1
PASTOR OP STRAAT
De Bijbel zegt:
“De Wijsheid roept luid op de straat.
Op de pleinen is haar stem te horen.”
(Spreuken 1:20, Basis Bijbel)
Over Jezus Christus werd geprofeteerd door de profeet Jesaja: “En op hem zal de Geest des Heren rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des Heren…” (Jesaja 11:2, NBG1951). Ja ware wijsheid komt van de Levende God. En omdat Jezus Christus ook van God de Vader kwam (Johannes 5:37) en de Heilige Geest in Hem was (Lucas 3:21, 22 en Lucas 4:1, 14), was Hij ook vol van de wijsheid van God. Zowel binnen als buiten was Zijn Stem te horen.
Zo zegt The Blessing Bijbel: “Zij daalden af naar een vlak gedeelte, waar vele volgelingen van Jezus hen omringden. Van alle kanten waren de mensen toegestroomd, zij kwamen helemaal uit Judea, Jeruzalem en uit de streek van Tyrus en Sidon aan de Middellandse Zee. Al die mensen waren gekomen om naar Hem te luisteren…” (Lucas 6:17, 18A). Lees meer in de 4 evangeliën en ontdek dat Jezus Christus ook een pastor (herder) op straat was.
Jezus Christus heeft eens gezegd: “Ik ben de goede herder.” (Johannes 10:11A, NBG1951). In het Latijn staat geschreven: “Ego sum pastor bonus.” Herder is in het Latijn: pastor. Een pastor is een herder. En elke goede straatpastor/pastor/herder heeft Jezus Christus als voorbeeld. Hij gaf ook het voorbeeld in nederig dienen.
The Blessing Bijbel zegt dat Hij eens gezegd heeft: “Want Ik heb jullie een voorbeeld gegeven, volg Mij hierin na.” (Johannes 13:15).
2
EEN STRAATPASTOR IS EEN VOLGELING VAN JEZUS
De Bijbel zegt:
“Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.”
(Johannes 8:12, NBG1951)
Een straatpastor gelooft in Jezus Christus, de Eniggeboren Zoon van de Levende God (Johannes 3:16, Johannes 1:12), heeft Hem in zijn/haar leven aangenomen (Johannes 1:12) en volgt Hem (Johannes 8:12).
En omdat een straatpastor een volgeling is van dé Christus, heeft hij/zij het ware Licht in zich en verspreidt het ware Licht op straat. Jezus Christus zei niet voor niets tegen Zijn volgelingen: “Jullie zijn het licht voor de wereld.” (Matteüs 5:14, Basis Bijbel). De straatpastor draagt op straat het ware Licht uit naar mensen die leven in duisternis, en verlangt ernaar dat ook de mensen die in duisternis wandelen, het ware Licht ontvangen en in het Ware Licht – Jezus Christus – leven.
Als volgeling van Jezus Christus, doet de straatpastor wat Jezus Christus gezegd heeft. Hij heeft onder andere gezegd: “Niet alle mensen die Here tegen Mij zeggen, komen in het hemelse Koninkrijk. Want daar komt u alleen als u doet wat mijn hemelse Vader wil.” (Mattheüs 7:21, The Blessing Bijbel). En om te weten wat de wil van de hemelse Vader, de Levende God is, heeft de straatpastor de Bijbel als dé Bron van informatie. Ja, in de Bijbel leest de straatpastor wat de wil van de Levende God is. Daarom leeft hij/zij dagelijks vanuit de Bijbel. Als de straatpastor op pad gaat is de Bijbel een lamp voor zijn/haar voet en een licht op zijn/haar pad (Psalm 119:105).
3
JEZUS CHRISTUS IS HET VOORBEELD VAN IEDERE STRAATPASTOR
De Bijbel zegt:
“Want Ik heb jullie een voorbeeld gegeven, volg Mij hierin na.”
(Johannes 13:15, The Blessing Bijbel)
Een straatpastor is een herderlijke bediening en Jezus Christus als de Goede Herder (Johannes 10:11,14) is hét voorbeeld voor iedere straatpastor.
A) Jezus was vol van de Heilige Geest (Lucas 4:1)
B) Jezus wandelde in de kracht van de Heilige Geest (Lucas 4:14)
C) Jezus was met ontferming bewogen over de mensen (Mattheüs 14:14)
D) Jezus had liefde voor de mensen (Johannes 15:9, Mattheüs 5:43-47)
E) Jezus diende de mensen (Lucas 22:27c, Mattheüs
20:20-28)
F) Jezus schonk vergeving (Lucas 8:3-11, Johannes 5:14)
G) Jezus kwam op voor de zwakken (Lucas 14:13-14,
Lucas 18:38-42)
H) Jezus erkende het Woord van God als de waarheid
(Johannes 17:17)
I) Jezus nam tijd voor persoonlijke gesprekken (Johannes 3:1-21, Johannes 4:1-42)
J) Jezus kwam op voor kinderen (Mattheüs 18:1-11, Marcus 18:13-16, Lucas 9:47-48, Lucas 18:15-17)
K) Jezus zette Zijn leven in voor de mensen (Johannes 10:11-15)
L) Jezus kent Zijn mensen bij naam (Johannes 10:3)
M) Jezus sprak altijd de waarheid (Johannes 8:31-32, 45-46)
N) Jezus bracht woorden van vertroosting (Johannes 14:27, Mattheüs 5:1-12)
O) Jezus gaf de opdracht om niet te oordelen (Lucas 6:37a, Mattheüs 7:1-6)
P) Jezus gaf de opdracht om niet te veroordelen (Lucas 6:37b)
Q) Jezus gaf de opdracht om barmhartig te zijn (Lucas 6:36, Lucas 10:25-37)
R) Jezus gaf de opdracht om te vergeven (Mattheüs 6:14)
S) Jezus gaf onderwijs over gebed (Mattheüs 7:7-12, Mattheüs 6:5-15, Johannes 15:16, Johannes 16:23,26)
T) Jezus leerde om niet bezorgd te zijn (Mattheüs 6:25-34)
U) Jezus gaf de opdracht om niet bevreesd te zijn (Lucas 12:7)
V) Jezus leerde de mensen om positief te geloven (Lucas 18:27, Mattheüs 14:22-33, Mattheüs 17:20)
W) Jezus gaf de opdracht om de vijanden lief te hebben (Mattheüs 5:44-47)
X) Jezus nam de tijd en leerde anderen om de stilte in te gaan om te bidden (Lucas 5:16, Mattheüs 6:6-7)
Y) Jezus deed niets voor eigen eer maar alles tot eer van de hemelse Vader (Mattheüs 5:16, Johannes 5:41, Johannes 7:18)
Z) Jezus luisterde naar de mens in nood (Lucas 18:35-43)
Jezus Christus gaf de opdracht om Zijn voorbeeld te volgen. Hij heeft gezegd tot Zijn volgelingen: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.” (Johannes 20:21)
De Bijbel zegt:
“Weid de kudde van GOD die aan jullie is toevertrouwd, zorg ervoor in geestelijk opzicht,
niet gedwongen, maar vrijwillig,
niet uit onzuiver winstbejag, maar met heel jullie hart, niet als heersers over de kudde, maar door een goed voorbeeld voor hen te zijn.”
(1 Petrus 5:2-3, EBV24)
4
EEN STRAATPASTOR BIEDT CHRISTELIJKE HULP
De Bijbel zegt:
“Hij bemoedigt ons in al onze moeilijkheden. Daardoor kunnen wij ook weer andere mensen bemoedigen die in moeilijkheden zijn. We bemoedigen hen met dezelfde bemoediging waarmee wij zelf ook door God zijn bemoedigd.”
(2 Korintiërs 1:4, Basis Bijbel)
Aan prof. dr. Han van den Blink stelde ik de volgende vraag: “Welke meerwaarde(en) heeft volgens u christelijke hulpverlening op de niet christelijke?” Zijn antwoord aan mij was: “Heeft christelijke hulpverlening meerwaarde op de niet christelijke? Ik denk dat het voor bepaalde mensen die gewend zijn aan hun eigen christelijke groep en kritisch staan tegenover niet christelijke hulpverlening een voordeel kan zijn als ze weten dat ze door een christen geholpen worden. Het belangrijkste is dat de hulpverlener niet gebruikt maakt van abstracties over geloof en theologie om iemand te overtuigen of te troosten maar uit eigen ervaring van de barmhartigheid en helende genezing van God het in zich heeft om wat “a ministry of presence” oftewel een pastorale aanwezigheid met of zonder woorden te belichamen.” (19-08-2016 16:05).
GELOOF
Tijdens een les bij de CDB zei Dokter Karel Zuidema over geloof en hulpverlening: “De gelovige is de beste hulpverlener met deskundigheid.”
(Dokter K. Zuidema (1919-2013), werkzaam geweest als huisarts te Wezep. Balkbrug, 04-03-1986, Pastorale counseling 4)
Dr. Paul Tournier schrijft in één van zijn boeken: “Nu is geloof geen onnozelheid.” (Bron: Radicale therapie, ISBN: 90 259 4070 6, Uitgave: Ten Have, pag.280).
Dr. Paul Tournier: “Het christelijk geloof is een machtig middel tot het opheffen van innerlijke spanningen.” (Bron: Technique et foi, Neuchâtel, Préf.de Alphonse Maeder. Delachaux et Niestlé, 1944/ Weergegeven door: Drs. T.Kruisman in: Een leven vol dienstbetoon, ISBN: 90 7014 6193).
GELOOF IS
De Bijbel zegt: “Het geloof (het ware geloof!) nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Hebreeën 11:1, NBG 1951)!! In een andere Bijbel Vertaling (HLW) staat er: “Wie op God vertrouwt (gelooft), is zeker van wat hij hoopt en heeft het bewijs van wat hij niet ziet.”
Het ware geloof is zeker weten dat iets bestaat zonder dat te zien. Het ware geloof is volgens de Bijbel zeker weten dat iemand bestaat zonder hem te zien. De christenen geloven dat Jezus Christus bestaat zonder Hem te zien.
De Bijbel zegt: “Hem (Jezus) hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder hem thans (op dit moment) te zien.” (1 Petrus 1:8, NBG1951). En op grond van de Bijbel geloven christenen dat er een moment komt waarop de mensen die wel en niet in de Here Jezus geloven Hem wel zullen zien.
GELOOF ONTVANGEN
De Bijbel zegt in Romeinen 10:17 (NBG1951): “Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.”
In het kader van dit boek, ontvangen zowel de straatpastor als de hulpvrager (meer) geloof door het horen van het Woord van Christus. Dat kan door het lezen in de Bijbel maar ook door te luisteren naar geloofsopbouwende predikingen, Bijbelstudies, columns en meditaties.
DE HERE GOD
Dr. Paul Tournier: “Naast en in de dialoog met een vriend of hulpverlener is er de dialoog met God.” (Zie: Le personnage et la personne, 1955, Neuchâtel, Delachaux et Niestlé, hfdst.9/ Weergegeven door: Drs. T.Kruisman in: Een leven vol dienstbetoon, ISBN: 90 7014 6193).
Tijdens een les bij de CDB (Christelijke Drugs Bestrijding) in Balkbrug zei Dokter K. Zuidema over God: “God is weer in de maatschappij nodig.” (Uitspraak door: Dokter Karel Zuidema (1919-2013), werkzaam geweest als huisarts te Wezep. Balkbrug, 04-03-1986, Pastorale counseling 4/CDB).
Dr. Bruce Thompson: “Hoe meer we God zien zoals Hij werkelijk is, hoe meer we van Hem houden…” (Bron: Muren van mijn hart, ISBN: 90 6067 561 4, Uitgave Gideon, pag.195).
GOD DE SCHEPPER
Dr. Arthur Ernest Wilder Smith (1915-1995): “Een Schepper bestaat! Wij moeten open staan voor dat feit. Deze Schepper kocht onze verzoening met het offer van Zich Zelf in Christus. Als wij door de Heilige Geest ons daarvoor openstellen en daarnaar handelen, leven ons geweten en ons inzicht op.” (Bron: Wie denkt moet geloven, A.E. Wilder Smith, Uitgave Buijten & Schipperheijn, ISBN: 90 6064 393 3. Lees over zijn deskundigheid op de website: http://www.wildersmith.org/.
Voor de innerlijke verwonde mens die zich verworpen voelt, is het volgens de christelijke hulpverlener/straatpastor belangrijk om te weten door Wie de mens geformeerd is.
De Bijbel zegt in Psalm 139:1-5,13-16a: “Here, Gij doorgrondt en kent mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten; Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd. Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, Gij kent het volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt Uw hand op mij… Want Gij hebt mijn nieren gevormd, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid, wonderbaar zijn Uw werken; mijn ziel weet dat zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen, toen ik in het verborgene gemaakt werd, gewrocht in de diepten van het aardrijk; Uw ogen zagen mijn vormeloos begin…”
Hal Lindsey schrijft in één van zijn boeken: “Gaat iemand inzien, hoe bijzonder hij is door zijn unieke schepping en gelijkenis met God, dan gaat dit hem vanzelf verheffen in zijn eigenwaarde en daardoor in zijn gedrag. Wij beginnen dan onze naasten te zien met nieuwe ogen van zorg en medegevoel.” (Bron: De laatste generatie/ is er nog hoop voor de toekomst?, ISBN: 9024503779, Uitgave: Novapres, pag.172).
CONTACT MET GOD
Dr. Arthur Ernest Wilder Smith (1915-1995): “Het is duidelijk dat ik Hem als mens, met mijn beperkingen, niet volledig zal kunnen begrijpen… almachtig… en alomtegenwoordig als Hij is… Slechts op één enkele manier kan verstandelijke communicatie mogelijk worden gemaakt – de Superschepper zou Zich moeten laten terugvallen op onze »golflengte«… Hij zou mens als wij moeten worden.” (Bron: Wie denkt moet geloven, ISBN: 90 6064 393 3, Uitgave Buijten & Schipperheijn, pag. 40).
Als voorbeeld noemt dr. A.E.W. Smith onder andere: “Als ik als hond op de wereld was gekomen, zou ik moeiteloos de »taal« van mijn moederhond kunnen begrijpen.” (Bron: Wie denkt moet geloven, ISBN: 90 6064 393 3, Uitgave Buijten & Schipperheijn, pag. 40).
Om God persoonlijk te kunnen begrijpen, zond Hij Zijn Eniggeboren Zoon Jezus Christus naar de aarde. Jezus Christus heeft eens gezegd volgens Johannes 14:9b (NBG1951): “Wie Mij gezien heeft (als mens dus!), heeft de Vader gezien…” Communicatie/ contact met de Levende God gaat volgens de Bijbel via Jezus Christus (Johannes 16:24, 26).
JEZUS CHRISTUS
Dokter Zuidema heeft eens gezegd: “Ik heb de ervaring met de Levende Heiland en mijn deskundigheid is in deze relatie ingebouwd en kan ik de mensen in nood helpen.” (Uitspraak door: Dokter Karel Zuidema (1919-2013), werkzaam geweest als huisarts te Wezep. Balkbrug, 04-03-1986, Pastorale counseling 4/CDB)/
Volgens de Bijbel is Jezus Christus de Eniggeboren Zoon van de Levende God (Johannes 3:16), de Weg naar God (Johannes 14:6) en de Middelaar tot God (1 Timoteüs 2:5) en mag de mens via Hem in gebed tot de Liefdevolle hemelse God en Vader gaan (Johannes 16:23, 24, 26).
Jezus geeft innerlijke vrede (Johannes 14:27, Mattheüs 11:28).
Jezus geeft liefde (Johannes 15:9,12)
Jezus geneest de gebrokenen van hart, volgens de engelse Bijbelvertaling: de King James Version (Lucas/Luke 4:18: “The Spirit of the Lord is upon Me, because He hat anointed Me to preach the gospel tot the poor; HE HATH SENT ME TO HEAL THE BROKENHEARTED…”).
HEILIGE GEEST
De geneesheer Lucas (Colossenzen 4:14) schreef eens: “…hoeveel te meer zal Uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?“ (Lucas 11:13, NBG1951).
DE TROOSTER
“Wie een volgeling van Jezus Christus is, kan de Heilige Geest, dé Trooster ontvangen…De Heilige Geest kan gebroken harten van verdriet helen en vertroosten. Ja, er is geen verdriet zó groot of de Heilige Geest kan vertroosting geven.” (Bron: Radiocolumn door Sieberen Voordewind, Streekradio in Zuidwolde (Dr.) 22-11-2011).
In de persoonlijke relatie met de Heilige Geest wil Hij vertroosting geven.
De Bijbel zegt in Johannes 14:15-17 (NBG1951): “Wanneer gij Mij (Jezus Christus!) liefhebt, zult gij Mijn geboden bewaren. En Ik zal de Vader (De hemelse Vader!) bidden en Hij zal u een andere Trooster (De Heilige Geest!) geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.” En in vers 26 lezen we: “…maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.”
En wie door de Heilige Geest vertroost is, mag en kan uit genade ook anderen vertroosten. De Bijbel zegt in 2 Korintiërs 1:3 en 4: “Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden.” Let op de woorden in vers 4: “…zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden.”
In de Griekse Bijbel van Westcott and Hort 1881 staat: “(:3) Εὐλογητὸς ὁ θεὸς (Theos, God) καὶ πατὴρ (Patēr, Father, Vader) τοῦ κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ (Iēsou, Jesus, Jezus) Χριστοῦ (Christou, Christ, Christus), ὁ πατὴρ τῶν οἰκτιρμῶν (oiktirmōn, of compassions: is barmhartigheden) καὶ θεὸς πάσης παρακλήσεως (paraklēseōs, comfort: is: troosten vertroosten vertroosting troost), (:4) ὁ παρακαλῶν (parakalōn, comforting: is troostend) ἡμᾶς ἐπὶ πάσῃ τῇ θλίψει ἡμῶν, εἰς τὸ δύνασθαι ἡμᾶς παρακαλεῖν (parakalein, to comfort: is geruststellen) τοὺς ἐν πάσῃ θλίψει διὰ τῆς παρακλήσεως (paraklēseōs, comfort: is: troosten vertroosten vertroosting troost) ἧς παρακαλούμεθα (parakaloumetha, we are comforted: is: we zijn getroost) αὐτοὶ ὑπὸ τοῦ θεοῦ (Theou, God).”
“Als volgeling van Jezus Christus kan men andere mensen vertroosten met de troost waarmee God vertroost heeft. Vertroosting van anderen gaat door de mens heen. Vanuit Gods liefde mogen we anderen vertroosten. Dat kan door een arm om iemand heen te leggen, vertroostende woorden uit je hart, vertroostende woorden vanuit de Bijbel maar ook om bij de ander te zijn zonder iets te zeggen of doen. Er zijn voor de ander.” (Bron: Aantekeningen preek van Sieberen Voordewind in Apeldoorn, 29 mei 2016)/
De Heilige Geest geeft vertroosting via onder andere de Woorden van de Levende God die in de Bijbel staan, een geloofsopbouwende prediking en het geven van gevoelens. Zie: GEVOELENS DIE DE HEILIGE GEEST GEEFT.
DE WAARHEID
Over de Heilige Geest en de waarheid zei de Here Jezus in Johannes 16:13: “…doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid…” Ja de Heilige Geest is de Geest van dé Waarheid. De Heilige Geest spreekt dé Waarheid. Hij is niet alleen de Trooster maar Hij spreekt ook altijd dé Waarheid. Hij zal ook de innerlijke verwonde mens geen leugens vertellen maar de waarheid. Omdat de Bijbel door Hem is geschreven, zal Hij ten eerste op de waarheid wijzen die in de Bijbel staat. De waarheid is onder andere dat de innerlijke verwonde mens ook mag weten en zeggen: “Ik loof U (God!), omdat ik gans wonderbaar ben toebereid, wonderbaar zijn Uw werken.” (Psalm 139:14, NBG1951). De waarheid over God is: “God is liefde.” (1 Johannes 4:8, NBG1951). De waarheid is: “Al hebben mijn vader en moeder mij verlaten, toch neemt de Here mij aan.” (Psalm 27:10, NBG1951). De waarheid is: “Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.” (Romeinen 8:1, NBG1951).
GEVOELENS DIE DE HEILIGE GEEST GEEFT
De Heilige Geest kan een mens gevoelens geven.
A) Hij kan het gevoel van liefde geven ( Romeinen 5:5 en Galaten 5:22).
B) Hij kan het gevoel van kracht geven (Handelingen 1:8 en Handelingen 6:2).
C) Hij kan het gevoel van blijdschap geven (Galaten 5:22 en Johannes 17:13).
D) Hij kan het gevoel van innerlijke vrede geven (Galaten 5:22).
E) Hij kan het gevoel van : heerlijkheid geven (Ezechiël 44:4 en Ezechiël 43:2-4).
De gevoelens die de Heilige Geest geeft zijn niet van deze wereld maar bovennatuurlijk. De aanwezigheid van de Heilige Geest kan een mens voelen. Zoals een mens het kan voelen als iemand bij hem staat of zit, zo kan iemand als de Heilige Geest aanwezig is. Dat gevoel is nog intenser. En er is een verschil of iemand over de Heilige Geest praat of een persoonlijke relatie met Hem heeft.
De Bijbel zegt: “Hij (de Heilige Geest!) blijft bij u en zal in u zijn“. (Johannes 14:17 ). “Bij u” en “in u” kan een mens voelen. Ik moet daarbij wel vermelden dat geloof niet gebaseerd moet zijn op gevoel maar op het Woord van God! (Bron: Aantekeningen van een prediking die Sieberen Voordewind in 1999 in Hoogeveen gebracht heeft).
Door allerlei omstandigheden in het leven kan het zijn dat een christen niet voelt dat de Heilige Geest bij hem is, terwijl Hij dat wel is. De christelijke hulpverlener kan de aanwezigheid van de Heilige Geest in zijn of haar leven voelen. En de straatpastor mag ook bidden dat de christelijke hulpvrager de liefdevolle aanwezigheid van de Heilige Geest mag voelen.
CHRISTEN ZIJN
Dr. Paul Tournier schrijft in één van zijn boeken: “Het Christendom is, wanneer het diep beleefd wordt, zeer realistisch.” (Bron: Radicale therapie, ISBN: 90 259 4070 6, Uitgave: Ten Have, pag.114).
Volgens de Bijbel wordt iemand een christen door te geloven in Jezus Christus (Johannes 3:16), Hem aan te nemen in zijn of haar leven (Johannes 1:12) en Hem te volgen (Johannes 15:5-17).
Het Griekse woord voor “christen” is: “christianos.” In Handelingen 11:26 werden de discipelen “christenen” genoemd. Zijn als Christus. De Bijbel zegt in 1 Johannes 2:6: “Iedereen die zegt een christen te zijn, moet leven zoals Christus.” (Het Levend Woord, 1976/ L.B.I.).
(Bron: Pagina 84 van het boek OVERWINNEND GEBEDS COMMANDO CENTRUM, Sieberen Voordewind, ISBN: 9789464808322).
CHRISTELIJKE HULP
Christelijke hulp is helpen met de Bijbel “in de hand” en in navolging van de Goede Herder Jezus Christus (Johannes 10:11).
Op straat zijn vele mensen die geen herder hebben en de Goede Herder nodig hebben. De Bijbel zegt over dé Herder: “Toen Hij de scharen zag, werd Hij met ontferming over hen bewogen, daar zij voortgejaagd en afgemat waren, als schapen die geen herder hebben.” (Mattheüs 9:36, NBG1951). Er staat geschreven dat de Heer Jezus Christus de scharen: “…zag…” In navolging van de Here Jezus heeft een straatpastor oog voor de mensen. Een straatpastor kijkt met zijn/haar natuurlijke- en geestelijke ogen naar de mensen. En net als de Here is een straatpastor “… met ontferming over hen bewogen…” en ziet hij/zij dat vele mensen “… afgemat…” door het leven gaan. Wat is het dan prachtig dat een straatpastor niet voorbij gaat maar het goede nieuws brengt, dat er ware innerlijke rust bij Jezus Christus is. De Here heeft immers eens gezegd: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.” (Mattheüs 11:28, HSV).
Wat is het prachtig dat een straatpastor niet voorbij gaat maar het goede nieuws brengt, dat er ware innerlijke vrijheid bij Jezus Christus is. De Bijbel zegt: “Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.“ (Johannes 8:36, HSV).
Wat is het prachtig dat een straatpastor niet voorbij gaat maar direct en/of indirect helpt met wat de Bijbel zegt: “Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. (In de NBG1951: “…gehuisvest…”) Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen… Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.” (Mattheüs 25:35-36 en 40, HSV).
Wat is het prachtig dat een straatpastor niet voorbij gaat maar vertroosting brengt aan wie dat nodig heeft. De Bijbel zegt: “Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden.” (2 Corinthiërs 1:3-4, NBG1951).
Woorden van vertroosting in de Bijbel
– Innerlijke rust nodig? Lees: Mattheüs 11:28.
– Door een dal van duisternis? Lees Psalm 23.
– Verdriet? Lees: Johannes 14:15-16, 2 Thessalonicenzen 2:16-17, Openbaring 21:4.
– Verlaten? Lees: Mattheüs 11:28, Hebreeën 13:5, Psalm 27:10.
– Niets kan scheiden van Gods liefde. Lees: Romeinen 8:38-39.
– Veroordeeld door mensen? Lees Romeinen 8:1-2, 31-34.
– Angst en vrees? Lees: Jesaja 51:10, Marcus 5:36.
– Bezorgd? Lees: Filippenzen 4:6, Mattheüs 6:34.
– Vrees voor mensen? Lees: Psalm 56:12, Psalm 27:1-3.
– Hulpeloos? Lees: Psalm 34:7, Psalm 37:5, Hebreeën 4:16.
– Eenzaam? Lees: Psalm 16:11, Psalm 27:10, Jacobus 4:8.
– Vergeving nodig? Lees: 1 Johannes 1:7-9.
Wat is het prachtig dat een straatpastor niet voorbij gaat maar het verloren schaap bij de Goede Herder brengt. De Bijbel zegt: “Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder van uw zielen.” (1 Petrus 2:25, NBG1951).
Lees over bekering: Handelingen 3:19, Jesaja 55:7, Johannes 3:16, Hebreeën 7:25 en: 1 Timoteüs 2:4.
5
AANSTELLING VAN EEN STRAATPASTOR
De Bijbel zegt:
“En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars…”
(Efeziërs 4:11, NBG1951)
Een straatpastor heeft niet zichzelf aangesteld maar is aangesteld. De aanstelling van een straatpastor komt niet door een kerkgenootschap, al kan een straatpastor wel vanuit een kerkgenootschap (Handelingen 6:1-8) of organisatie zijn uitgezonden. Maar de aanstelling komt in de eerste plaats van boven. Dit is vanuit de Bijbel te verklaren.
The Blessing Bijbel zegt in Efeziërs 4:11 onder andere: “Christus heeft sommigen aan de Gemeente gegeven die apostel zijn… anderen die de christenen geestelijk verzorgen…” Wie heeft sommigen aan de Gemeente gegeven? De Bijbel zegt: “Christus.” Hij heeft christenen aangesteld die “…de christenen geestelijk verzorgen…” In de NBG1951 staat: “… herders…” In de Latijnse Bijbel (Neo-Vulgaat) staat in deze tekst het woord: “…pastores…” Het gaat hier om een aanstelling voor de gemeente. Een straatpastor werkt vanuit en voor de gemeente/kerk.
En in dezelfde Bijbel staat geschreven in 2 Timoteüs 1:11: “God heeft mij aangesteld als apostel en leraar om zijn boodschap te verkondigen.” En in Colossenzen 1:1B staat geschreven: “Ik heb van God de taak gekregen om boodschapper van Jezus Christus te zijn.” (BB). Van Wie kreeg Paulus de aanstelling? De Bijbel zegt: “God.” En de roeping/aanstelling van een straatpastor komt van de Levende God, Jezus Christus en de Heilige Geest ( Efeziërs 4:11, Handelingen 1:8 en Handelingen 9:10-20).
6
EEN STRAATPASTOR IS EEN HERDER
De Bijbel zegt:
“En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars…”
(Efeziërs 4:11, NBG1951)
Een straatpastor heeft als herder Jezus Christus als voorbeeld, die volgens de Bijbel de Goede Herder is.
The Blessing Bijbel zegt in Johannes 10:11-15, dat Jezus Christus eens gezegd heeft: “Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Een ingehuurde knecht laat de schapen in de steek zodra hij een wolf ziet aankomen. Want hij is de herder niet. De schapen zijn niet van hem. De wolf pakt er een en jaagt de andere uiteen. Zoʼn herdersknecht denkt alleen aan zichzelf. Het interesseert hem niet wat er met de schapen gebeurt. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en zij kennen Mij, zoals Ik de Vader ken en Hij Mij kent. Ik geef mijn leven voor mijn schapen.”
Een goede straatpastor is als een goede herder voor de schapen. Hij/zij geeft zijn/haar leven voor de schapen, de mensen, en laat ze niet in de steek als een wolf in schaapskleren hen wil verslinden. Een wolf in schaapskleren is een mens die niet het beste met een ander voor heeft. Deze persoon komt uiterlijk vriendelijk over en de woorden lijken betrouwbaar maar in het echt heeft die persoon verkeerde bedoelingen. Zodra een straatpastor dit ontdekt, zal hij/zij het (toekomstig) slachtoffer naar vermogen beschermen. Maar het is aan de persoon die de straatpastor wil beschermen de vrije keuze om te luisteren en de adviezen op te volgen.
Een straatpastor is een herder die het verlorene bij de Goede Herder brengt (1 Petrus 2:25)
7
EEN STRAATPASTOR DOET HET WERK VAN EEN EVANGELIST
De Bijbel zegt:
“…doe het werk van een evangelist,
verricht uw dienst ten volle.”
(2 Timoteüs 4:5, NBG1951)
Een straatpastor doet naast de herderlijke bediening ook het werk van een evangelist. Ook voor de straatpastor is de opdracht: “…maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn (Jezus Christus!) getuigen zijn…” (Handelingen 1:8, NBG1951). Met: “Gij” bedoelde dé Christus: Zijn volgelingen. Omdat een straatpastor ook een volgeling van Jezus Christus is, is hij ook een getuige van Jezus Christus.
Omdat de straatpastor – als het goed is – ook vervuld is met de Heilige Geest (Handelingen 1:8), zal hij/zij net als Johannes de Doper, die ook vervuld was met de Heilige Geest (Lucas 1:15, NBG1951), de mensen wijzen op Jezus Christus (Johannes 1:29-34).
Een straatpastor wijst de mensen op Jezus Christus, omdat Jezus Christus:
1) de enige Weg naar de Levende God is (Johannes 14:6), 2) de Waarheid is (Johannes 14:6), 3) het Leven is (Johannes 14:6), 4) het Ware Licht is (Johannes 8:12), 5) echte innerlijke vrede geeft (Johannes 14:27), 6) de Enige is in wie behoudenis is (Handelingen 4:12 en Johannes 3:16), 7) vrijmaakt (Johannes 8:36), 8) de enige is die gepredikt moet worden (Handelingen 1:8 en 2 Korintiërs 4:5).
8
EEN STRAATPASTOR BIDT MET MENSEN OP STRAAT
De Bijbel zegt:
“Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.”
(Hebreeën 4:16, NBG1951)
In afhankelijkheid van Gods leiding neemt de straatpastor ook tijd om op straat te bidden met wie dat wil, zonder boven de ander te willen staan. Via gelovig gebed (Marcus 11:24 en Hebreeën 11:6) brengt een straatpastor de voorbede/noden tot de Levende God in de Naam van Jezus (Johannes 14:13 en Johannes 16:23, 24).
De bidder – in dit boek: een straatpastor – mag erop vertrouwen dat de Levende God ieder gebed hoort en verhoort dat naar Zijn wil is op Zijn tijd en wijze. De Basis Bijbel zegt: “We kunnen zonder vrees naar Hem toe gaan, vol vertrouwen dat Hij ons antwoordt als we Hem om iets bidden waar Hij het mee eens is. En als we weten dat Hij al onze gebeden beantwoordt, weten we dat we krijgen waar we Hem om hebben gevraagd.” (1 Johannes 5:14 en 15 en zie: Hebreeën 4:16).
“Dr. Larry Dossey… wijst erop dat uit ruim 130 wetenschap-pelijke onderzoeken naar voren is gekomen dat het gebed een positieve uitwerking heeft…”
(Bron: John R. Harvey, Ontspannen kun je leren, pag. 168, ISBN: 9051083319, Uitgeverij Areopagus).
Dr. David A. Seamands schrijft in één van zijn boeken: “Het is noodzakelijk dat al deze herinneringen in een gebed om genezing aan God worden voorgelegd, zodat men in zo’n situatie van zijn pijn en dwang bevrijd kan worden.”
(Bron: Groeien naar volwassenheid, ISBN: 90 60607 299 2, Uitgave: Gideon, pag. 27).
Op de vraag of alle herinneringen na het gebed weg zijn, schrijft Dr. Seamands als antwoord: “Zeker niet! Maar de kracht van de emoties die met de herinneringen gepaard gaan – de angel, de pijn, de angst, de haat, de verwonding, het begeren – zal gebroken worden. Wanneer we ze afleggen zal hun stuwkracht zijn betekenis verliezen.”
(Bron: Groeien naar volwassenheid, ISBN: 90 60607 299 2, Uitgave: Gideon, pag. 27).
Gebed neemt een grote plaats in als iemand vanuit de Bijbel geholpen wordt. Niet zomaar een snel gebedje uitspreken en dan moet iemand volledig innerlijk genezen zijn. Nee, het gaat om respectvol, serieus gebed, waar alle tijd voor genomen wordt.
(Uitspraak van Sieberen Voordewind).
Aan prof.dr. Han van den Blink stelde ik de volgende vraag: “Hoe zou de hulpverlener met een volwassen getraumatiseerde het beste kunnen bidden?” Zijn antwoord was: “Wat bidden met slachtoffers betreft is het ten eerste cruciaal dat de pastor zelf een serieus gebedsleven heeft. Ik zou niet weten hoe men pastor of priester kan zijn of hoe men überhaupt theologie kan bedrijven zonder zelf een man or vrouw van gebed te zijn. Wat bidden met slachtoffers betreft zou ik adviseren er heel voorzichtig mee om te gaan. Ten eerste omdat zo veel pastorale gebeden vaak gebruikt worden om onze eigen identiteit and rol als pastor of priester te bevestigen, of om een gesprek te beëindigen, of om soto voce een preekje af te steken. Nogmaals de “ministry of presence” is primair want als onze aanwezigheid met (altijd) de hulp van de Heilige Geest echt is, dan communiceert dat ook iets van Gods aanwezigheid. En daar gaat he natuurlijk om. Niet wat wij doen or presteren maar hoe God ons kan gebruiken om mensen te helpen. Wij brengen God niet met ons mee. God is er al. Het is onze taak om mensen te helpen door de manier waarmee wij met ze omgaan open te staan voor deze goddelijk aanwezigheid.” (19-08-2016 16:05).
Tijdens het bidden is het noodzakelijk dat een straatpastor afgestemd is op de Heilige Geest. Het is immers de Heilige Geest die weet hoe we moeten bidden, wat de echte noden van iemand zijn en wat daar de oorzaken van zijn. De Bijbel zegt: “En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort.” (Romeinen 8:26A, HSV). In de Griekse Bijbel staat letterlijk dat de Geest “komt mede te hulp namelijk wat wij moeten bidden.”
Waarom vele gebeden worden verhoord:
– Het gebed is naar de wil van God (1 Johannes 5:14)
– Het gebed is in de Naam van Jezus (Johannes 16:23-26/ Johannes 14:13-14)
– Het gebed is in geloof (Mattheüs 21:22)
– Het is Gods tijd om te verhoren (Hebreeën 4:16/ Johannes 11:6-44 (:21-44!)/ Johannes2:7-11)
– De bidder is ernstig (Hebreeën 11:6)
– De bidder is een volgeling van Jezus (Johannes 15:7)
– De bidder twijfelt niet (Jacobus 1:6)
– De bidder is nederigheid (1 Petrus 5:5)
– De bidder is rechtvaardig (Jacobus 5:16-18)
– De bidder gelooft eerst en dan zien (Marcus 11:24)
– De bidder geloof in de Levende God (Hebreeën 11:6)
– De bidder is een kind van God (Matth.15:26/ Johannes 1:12)
– Het gebed is tot de ware God (1 Koningen 18:20-46/ Psalm 17:6;76:12-15)
– De bidder heeft God lief (Romeinen 8:28)
– De bidder doet wat God zegt (Johannes 15:7)
LET OP: Gebed is geen vervanger van medicatie en medische- en psychische hulp. Mocht er via gebed genezing plaatsvinden, dan is het belangrijk om dit door o.a. een huisarts te controleren.
9
EEN GOEDE STRAATPASTOR
De Bijbel zegt:
“U bent, samen met God, onze getuigen dat wij in onze omgang met u zuiver, eerlijk en onberispelijk zijn geweest.”
(1 Thessalonicenzen 2:10, The Blessing Bijbel)
Een goede straatpastor volgt de richtlijnen op die in de Bijbel staan. En in The Blessing Bijbel lezen we dat Jezus Christus eens over mensen gezegd heeft: “Als u wilt weten of een boom goed of slecht is, kijk dan naar zijn vruchten. Aan een goede boom komen geen slechte vruchten en aan een slechte boom geen goede. Alle bomen waar geen goede vruchten aan komen, worden omgehakt en verbrand. Ik bedoel dit: aan zijn doen en laten kunt u zien hoe iemand is. Niet alle mensen die Here tegen Mij zeggen, komen in het hemelse Koninkrijk. Want daar komt u alleen als u doet wat mijn hemelse Vader wil.” (Mattheüs 7:17-21). Let op de woorden: “…aan zijn doen en laten kunt u zien hoe iemand is” Een goede straatpastor is te herkennen aan het naleven van wat de Bijbel zegt.
Een goede straatpastor:
is zuiver in de omgang met mensen, (1 Thessalonicenzen 2:10, The Blessing Bijbel),
is eerlijk ((1 Thessalonicenzen 2:10:, The Blessing Bijbel),
is onberispelijk ((1 Thessalonicenzen 2:10:, The Blessing Bijbel),
is vriendelijk (1 Thessalonicenzen 2:7, NBG1951),
is niet uit op eer van mensen (1 Thessalonicenzen 2:6, NBG1951),
is rechtvaardig (1 Thessalonicenzen 2:10, NBG1951),
is niet iemand die komt met een dwaling (1 Thessalonicenzen 2:3, NBG1951),
heeft de innerlijke houding als die van Jezus Christus (Filippenzen 2:5, The Blessing Bijbel).
10
EEN STRAATPASTOR WERKT SAMEN MET DE HEILIGE GEEST
De Bijbel zegt:
“…wordt vervuld met de Geest…”
(Efeziërs 5:18, NBG1951)
Een straatpastor is – als het goed is – vervuld met de Heilige Geest. Omdat een straatpastor een christelijke bediening is, is het vanzelfsprekend dat hij/zij vervuld is met de Heilige Geest. Dit is Bijbels duidelijk te verklaren.
Een straatpastor is een volgeling van Jezus Christus. En een “volgeling” is een “aanhanger.” Een volgeling(e) wil hetzelfde ontvangen als zijn/haar Meester. En Wie had de Meester, Jezus Christus (Johannes 13:13, NBG1951) ontvangen? Hij had de Heilige Geest ontvangen (Lucas 3:21, 22 en Lucas 4:1, 14, 17-21).
Vóórdat de volgelingen van Jezus Christus eropuit gingen om Zijn getuigen te zijn, moesten zij eerst wachten op de doop met de Heilige Geest (Handelingen 1:4 en 5, NBG1951). Nadat zij de Heilige Geest ontvingen (Handelingen 2:1-13) verkondigden zij het evangelie (Handelingen 2:14-40 en Handelingen 4:31).
Het ontvangen van de Heilige Geest was niet alleen nodig om een getuige te zijn van Jezus Christus, om het evangelie te verspreiden maar ook voor onder andere de verzorging van anderen (Handelingen 6:1-8).
Ik geef een voorbeeld over de samenwerking met en leiding door de Heilige Geest. De Basis Bijbel zegt in Handelingen 6:29-30A: “De Heilige Geest zei tegen Filippus: “Ga naast de wagen lopen.” Filippus liep erheen.” Filippus gehoorzaamde, gaf uitleg uit de Bijbel en doopte de man (Lees: Handelingen 6:26-40).
11
EEN STRAATPASTOR EN HANDOPLEGGING
De Bijbel zegt:
“Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.”
(Hebreeën 4:16, NBG1951)
Er zijn christenen die het moeilijk vinden om hun handen te leggen op de persoon met wie zij bidden en er zijn christenen die het liefst zo vaak mogelijk hun handen op de mensen leggen met wie zij bidden. Het belangrijkste is om niet uit te gaan van wat anderen niet of wel doen maar wat de Bijbel hierover zegt. Zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament staan er teksten die gaan over het opleggen van handen.
Zie onder andere: Genesis 48:14, Numeri 27:18-20, Deuteronomium 34:9, Marcus 10:13,16, Marcus 8:22-25, Lucas 4:40, Lucas 13:13, Handelingen 7:6, Handelingen 8:17, Handelingen 28:8, 1Timotheus 1:6,7 en 1 Timoteüs 4:13,14.
Jezus Christus, van wie een straatpastor een volgeling is, legde zowel kinderen als volwassenen de handen op maar niet altijd en overal.
Een duidelijke les staat er geschreven in 1 Timoteüs 5:22: “Leg niemand overijld de handen op…” (NBG1951). In de vertaling van de Naardense Bijbel staat geschreven: “Leg niemand te snel handen op…” (© Skandalon 2014-2016).
Ook in het Grieks is het duidelijk dat iemand niet haastig de ander de handen moet opleggen! In de Griekse Bijbel van Westcott and Hort (1881) staat geschreven: “Χεῖρας (Cheiras, Hands, Handen) ταχέως (tacheōs, hastily, haastig) μηδενὶ (mēdeni, on no one, op niemand) ἐπιτίθει, μηδὲ κοινώνει ἁμαρτίαις ἀλλοτρίαις· σεαυτὸν ἁγνὸν τήρει.”
Het Bijbels om niet te snel de hand of handen te leggen op degene met wie gebeden wordt.
Als straatpastor is het verstandig om niet plotseling tijdens het bidden je hand of handen op de persoon te leggen met wie je in geloof tot de Levende God in de Naam van Jezus bidt. Vraag van tevoren aan de hulpvrager om toestemming.
Het kan namelijk zijn dat iemand vanwege pijnlijke ervaringen uit het verleden niet tegen de aanraking van een mannenhand of vrouwenhand kan. Het kan zijn dat iemand die als kind veel geslagen is door zijn vader, er niet tegen kan dat een man tijdens het bidden zijn handen op hem legt. Ja, het kan zelfs zó zijn dat als iemand ongevraagd zijn handen op de verwonde mens legt, dat die persoon dan heel bang wordt en misschien zelfs gaat schreeuwen. Dat schreeuwen heeft in die situatie niet met bezetenheid te maken maar met pijn uit het verleden. Leg daarom niet te snel de handen op.
De Basis Bijbel zegt over het opleggen van handen:
“Ze brachten hen bij de apostelen. Die baden voor hen. Daarna legden ze hun de handen op [om hen te zegenen voor het werk].” (Handelingen 6:6).
“Gebruik de gave die je hebt gekregen toen de leiders in de gemeente je samen de handen oplegden.” (1 Timoteüs 4:14).
“Toen legden ze hun de handen op en de mensen ontvingen de Heilige Geest.” (Handelingen 8:17).
“De mensen die het geloven, zullen de volgende wonderen doen:.. als ze zieke mensen de handen opleggen, zullen die mensen gezond worden.” (Lees: Marcus 16:17-18).
“Jezus legde iedereen apart de handen op en maakte iedereen gezond.” (Lucas 4:40).
12
PERSOONLIJKE GESPREKKEN
De Bijbel zegt:
“Het is fijn om een goed antwoord te geven. Wat heerlijk is het juiste woord op de juiste tijd! ”
(Spreuken 15:23, Basis Bijbel)
Adviezen over persoonlijke gesprekken vanuit de Bijbel:
– Luister goed naar de ander
“Wie oren heeft, die hore!” (Mattheüs 11:15,).
“Wie antwoord geeft, voordat hij hoort, die is het tot dwaasheid en smaad.” (Spreuken 18:13)
– Spreek niet te snel
“Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken.” (Jacobus 1:19).
– Niet zomaar iets beloven
“Het is beter, dat gij niet belooft dan dat gij belooft en niet inlost.” (Prediker 5:4 )
– Spreek vriendelijk
“Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente.” (Spreuken 16:24,)
– Spreek niet té veel
“Wees niet overijld met uw mond, en uw hart haaste zich niet om een woord voor Gods aangezicht uit te spreken; want God is in de hemel en gij zijt op de aarde, laten daarom uw woorden weinige zijn.” (Prediker 5:1)
– Spreek Gods wijsheid:
“Ik hield dan ook geen prachtige toespraak. Maar ik sprak gewoon uit mijn hart. En God gaf er kracht aan. Want ik wilde niet dat jullie mij zouden geloven omdat ik zo’n mooie toespraak had gehouden. Maar ik wilde dat jullie zouden geloven door de kracht van God.” (1 Corinthiërs 2:4-5, Basis Bijbel)
“De tong der wijzen brengt degelijke kennis voort, maar de mond der zotten stort dwaasheid uit.” (Spreuken 15:2)
“Over die dingen spreken we dan ook. Maar niet met woorden die uit menselijke wijsheid komen. We spreken erover met de woorden die de Geest ons geeft.” (1 Corinthiërs 2:13A,B,C/ Basis Bijbel)
– Niet ingaan op strijdvragen en kom zelf niet met strijdvragen
“Maar wees afkerig van de dwaze en onverstandige strijdvragen; gij weet immers, dat zij twisten teweegbrengen.” (2 Timoteüs 2:23)
– Ga niet twisten
“Een dienstknecht des Heren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te onderwijzen, geduldig.” (2 Timoteüs 2:24)
“Sommigen prediken de Christus wel uit nijd en twist, maar anderen doen het met goede bedoeling.” (Filippenzen 1:15)
“De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen.” (Spreuken 18:6,)
– Lieg niet
“Dit moet gij doen: spreekt waarheid onder elkander. “ (Zacharia 8:16)
– Gebruik geen onheilige woorden
“Maar vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven.” (2 Timoteüs 2:16,).
– Laster niet/ wees niet loslippig
“Wie als lasteraar rondgaat, openbaart geheimen;
laat u dus niet in met een loslippige.” (Spreuken 20:19)
– Ga niet in discussie
“Maar houd je niet bezig met zinloze discussies, namenlijsten en geruzie en gekibbel over de wet van Mozes. Want dat is allemaal nutteloos en zinloos.” (Titus 3:9, Basis Bijbel)
– Spreek geen oordeel uit
“Spreek geen oordeel uit, dan zal er over u ook geen oordeel uitgesproken worden. Veroordeel niemand, dan zal u ook niet veroordeeld worden.” (Lucas 6:37A en B, Het Boek)
13
EEN STRAATPASTOR PRAAT MET MENSEN OP STRAAT
De Bijbel zegt:
“Geef mij leven door uw woord, want uw woord is goed.”
(Psalm 119:40, Basis Bijbel)
Een straatpastor heeft in navolging van dé Christus gesprekken met mensen op straat.
The Blessing Bijbel zegt in Johannes hoofdstuk 4: “Hij (Jezus Christus) moest door Samaria (Waar een Jood niet kwam. Een straatpastor komt ook ergens komen waar anderen liever niet komen.) en kwam in de stad Sichar in Samaria… Jezus was moe van het lopen en rustte uit bij de bron (Een straatpastor kan ergens op een bankje of iets anders zitten om even uit te rusten of bewust ergens te zitten en te wachten op een gesprek met iemand die dat nodig heeft.)… Er kwam een Samaritaanse vrouw water putten (Een Jood praatte niet met een Samaritaan. In navolging van dé Christus, praat een straatpastor ook met mensen waar anderen niet mee willen praten). Jezus vroeg of zij Hem wat te drinken wilde geven (Een straatpastor kan een gesprek beginnen met een toepasselijke vraag)...‘Dat begrijp ik niet,’ zei de vrouw verbaasd. ‘Ik ben een Samaritaanse en U bent een Jood (Iemand met wie niet iedereen wil praten kan verbaasd zijn dat de straatpastor wel met hem/haar praat). Welke Jood vraagt een Samaritaanse nu iets te drinken?’ Want Joden gaan niet met Samaritanen om (Een straatpastor maakt en heeft contact met mensen waar anderen liever geen contact mee willen maken en hebben.). ‘Als u wist wat God geeft en wie Ik ben die u om water heeft gevraagd,’ antwoordde Jezus, ‘dan zou u Míj om water hebben gevraagd en Ik zou u levend water hebben gegeven.’ (Als iemand op straat weet dat de gesprekspartner een straatpastor is, dan kan hij/zij één of meerdere vragen stellen). Jezus antwoordde: ‘Wie van het water uit deze put drinkt, krijgt weer dorst. Maar wie van het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Dat water zal in hem als een fontein worden, waaruit eeuwig leven voortkomt.’ (Een straatpastor kan een praktisch antwoord geven, als bijvoorbeeld een dakloze vraagt naar onderdak maar hij/zij kan ook een geestelijk antwoord geven, dat Bijbelgetrouw is. De straatpastor kan ook wijzen op het Levende Water, het ware Licht: Jezus Christus.). De vrouw zei: ‘Here, geef mij van dat water, dan zal ik nooit meer dorst krijgen en hier geen water meer hoeven putten.’ (Iemand kan oprecht geïnteresseerd zijn in wat de straatpastor te vertellen heeft en meer willen weten over Jezus Christus, door wie eeuwig leven mogelijk is, Jezus die echte innerlijke vrede geeft, Jezus die het lege hart vervult met Zijn aanwezigheid, Jezus die het Licht geeft, Jezus die de Weg en de Waarheid en het Leven is, Jezus die een mens echt vrijmaakt, et cetera). Jezus zei: ‘Ga uw man eens halen.’ ‘Ik heb geen man,’ antwoordde de vrouw. ‘Dat is waar,’ zei Jezus. ‘U bent vijf keer getrouwd geweest en de man met wie u nu samenleeft, is uw man niet.’ ‘Here,’ zei de vrouw tegen Hem. ‘U moet een profeet zijn! (Een straatpastor kan een profetische bediening hebben en onder leiding van de Heilige Geest profetische woorden uitspreken. Lees 1 Korintiërs 12:1-31 en 1 Korintiërs 14:1-25. Voor meer Bijbelstudie kan ik je het boek “Pneumatologie” aanbevelen dat ik geschreven heb.). Op welke plaats moeten wij God eigenlijk aanbidden? Hier op de berg Gerizim zoals onze voorouders altijd deden of in Jeruzalem zoals de Joden zeggen?’ (Als antwoord op de profetische woorden kan een straatpastor een geestelijk vraag krijgen.). Jezus antwoordde: (Zoals Jezus Christus de vrouw geestelijk onderwijs gaf, zo kan de straatpastor ook geestelijk onderwijs geven/ uitleg geven vanuit de Bijbel.). De vrouw zei: ‘Ik weet dat de Messias komt,’ Messias betekent namelijk Christus, ‘Hij zal ons Gods boodschap precies vertellen.’ Jezus antwoordde haar: ‘Ik ben de Christus.’ (Als de persoon met wie de straatpastor een gesprek heeft, gelooft in Jezus Christus (Johannes 3:16), dat kan hij/zij vertellen over hoe iemand een persoonlijke relatie met Jezus Christus kan krijgen en hoe een volgeling van Hem te worden.). Op dat moment kwamen zijn leerlingen eraan. Zij vonden het vreemd dat Hij met een vrouw sprak, maar geen van hen zei er iets van. (Andere mensen kunnen het vreemd vinden dat een straatpastor met iemand praat, waar anderen niet (graag) mee willen praten.). De vrouw liet haar kruik bij de put staan en ging de stad in. ‘Kom mee!’ riep zij naar de mensen. (De persoon met wie de straatpastor een gesprek(je) heeft gehad, kan bemoedigd, vertroostend, blij, en/of gered door Jezus Christus weggaan). ‘Er is daar Iemand die mij wist te vertellen wat ik mijn leven allemaal gedaan heb. Zou Hij de Christus kunnen zijn?’ De mensen liepen de stad uit om Hem te zien… (Het kan zijn dat de persoon met wie de straatpastor gesproken heeft, een ander of anderen gaat vertellen over Jezus Christus en de bijzondere ontmoeting. En het kan ook zijn dat een ander of anderen daardoor ook een gesprek willen hebben met de straatpastor.)… Jezus antwoordde: ‘Mijn voeding is het doen van de wil van God, die Mij gezonden heeft, en het volbrengen van zijn werk… Maar kijk eens rond! Overal liggen de velden rijp om te oogsten…(Er is veel werk te doen voor een straatpastor. Overal op de straten zijn mensen die Jezus Christus en praktische hulp/adviezen nodig hebben.). De maaier krijgt zijn loon al en haalt de eerste opbrengst voor het eeuwige leven binnen. Nu zijn de zaaier én de maaier blij. Want de een zaait en de ander maait. Ik heb jullie erop uitgestuurd om te maaien wat je niet hebt gezaaid. Anderen hebben het voorbereidende werk gedaan en jullie mogen de oogst binnenhalen.’ (Het kan zijn dat een straatpastor geestelijk zaait en een ander de oogst binnenhaalt. Het kan ook zijn dat een ander geestelijk gezaaid heeft en een straatpastor de oogst binnenhaalt. Maar het kan ook zijn dat een straatpastor zaait en de oogst binnenhaalt.). Veel mensen uit de Samaritaanse stad geloofden in Jezus. (Het hoogste doel van een straatpastor is, dat mensen niet alleen praktisch geholpen worden (Mattheüs 25:31-46) maar vooral geloven in Jezus Christus.
14
EEN STRAATPASTOR HELPT WAAR ANDEREN DOORLOPEN
De Bijbel zegt:
“Ik zeg jullie: toen jullie die dingen voor één van mijn minst belangrijke broeders[of zusters]deden,
hebben jullie ze ook voor Míj gedaan.’”
(Mattheüs 25:40B, Basis Bijbel)
In navolging van Jezus Christus helpt een straatpastor waar anderen doorlopen.
In de Bijbel lezen we dat de Heer Jezus Christus eens de volgende gelijkenis gaf: “Een man reisde van Jeruzalem naar Jericho. Onderweg werd hij door rovers overvallen. Zij rukten hem de kleren van het lijf, sloegen hem bont en blauw en lieten hem halfdood langs de weg liggen.” (Lucas 10:30, The Blessing Bijbel). Een straatpastor heeft oog voor mensen die langs de weg liggen of zitten en een nood hebben. Zo zijn er onder andere daklozen, verslaafden, zieken, eenzame mensen en anderen die van veel mensen geen (liefdevolle) aandacht krijgen. “Toevallig kwam er een priester langs. Maar toen hij de man zag liggen, ging hij aan de overkant van de weg voorbij. Een tempeldienaar die voorbijkwam, deed hetzelfde en liet de man gewoon liggen.” (Er zijn vele mensen die niet omzien naar mensen die op straat zijn en een nood hebben. Zij lopen snel voorbij, en/of kijken de andere kant op, en/of lopen snel naar de andere kant van de straat. Dit kan zijn omdat hun hart verhard is, omdat zij bang zijn, omdat zij zich te goed voelen, omdat zij geen tijd willen maken voor een ander of omdat zij een andere reden hebben.). “Gelukkig kwam er ook iemand langs die medelijden kreeg toen hij hem daar zag liggen.” (Een straatpastor heeft oog en Goddelijke liefde en medelijden met de mensen die door anderen genegeerd worden.). “Het was een Samaritaan, een vijand van de Joden.” (Een straatpastor heeft ook medelijden met een vijand van Joden, christenen en anderen). “De Samaritaan knielde naast hem neer…” (Een straatpastor heeft niet alleen medelijden met iemand die een nood heeft, maar gaat ook naar die persoon toe. Hij/zij staat naast die persoon, of zit naar die persoon of knielt bij de persoon die aan de kant van de weg ligt of zit.). ”…verzorgde zijn wonden met olie en wijn en legde er verband om. Daarna tilde hij hem op zijn ezel en ging er zelf naast lopen. Zij kwamen bij een herberg, waar hij hem verder verzorgde. De volgende morgen gaf hij de herbergier twee zilveren munten en zei: “Zorg goed voor hem. Mocht dit geld niet genoeg zijn, dan betaal ik de rest de volgende keer wel.” (We lezen hier over complete zorg. Een straatpastor geeft naar zijn/haar vermogen zoveel mogelijk hulp, een complete zorg).” En de Heer Jezus Zei: “Volg zijn (Volg het voorbeeld van de mens die hielp) voorbeeld dan.”
15
EEN STRAATPASTOR LAAT ZICH LEIDEN DOOR DE GODS GEEST
De Bijbel zegt:
“Allen toch, die door Gods Geest worden geleid,
zijn kinderen Gods.”
(Romeinen 8:14, NLD1939)
Een straatpastor laat zich leiden door Gods Geest, de Heilige Geest. De Bijbel zegt: “Allen (Ook de straatpastor) toch, die door Gods Geest worden geleid, zijn kinderen Gods.” (Romeinen 8:14, NLD1939). En in de Basis Bijbel staat geschreven: “Iedereen die door Gods Geest wordt geleid, is een kind van God.”
In het Grieks staat er letterlijk geschreven: “Zovelen als (ὃσοι hosoi) namelijk (γὰρ gar) door middel van (de) Geest (πνεύματι pneumati = Het onzijdige zelfstandig naamwoord “pneuma” (πνεῦμα) betekent onder andere: “(Heilige) Geest.”) van God (ϑεοῦ theou) gedreven/ geleid worden (ἄγονται, agontai = Het werkwoord: “agō” (ἄγω) betekent onder andere: “leiden.”) dezen (οὗτοί houtoi) zijn (1εἰσιν eisin) zonen (υἱοὶ huioi) van God (ϑεοῦ theou).” Allen die de Heilige Geest hebben ontvangen (Romeinen 8:15 (BB): “Maar jullie hebben Gods Geest gekregen.”) en bij wie de Heilige Geest inwoont (Romeinen 8:16 (BB): “Gods Geest die in ons is…”) en die zich laat leiden door de Heilige Geest (Romeinen 8:14 (BB): “Iedereen die door Gods Geest wordt geleid…”), is een “kind van God.” (Romeinen 8:14, BB). Ja, die is een zoon ((υἱοὶ huioi) van God (ϑεοῦ theou).
De uitdrukking: “zonen Gods” (Romeinen 8:14, NBG1951) is afkomstig uit het Oude Testament. In Deuteronomium 14:1 staat geschreven: “Jullie zijn zonen van de HEERE, jullie GOD.” (EBV24). In de Willibrordvertaling van 1975 staat geschreven: “Jahwe uw God beschouwt u als zijn zonen.”
Over de uitdrukking: “kinderen Gods.” (Romeinen 8:14, NLD1939) lezen we in de Statenvertaling: “Gijlieden zijt kinderen des HEEREN, uws Gods.” (Deuteronomium 14:1) en in de NBG1951: “Gij zijt kinderen van de Here, uw God.”
In het Oude Testament noemde de Levende God het volk Israël Zijn “zonen” (EBV24 en Willibrordvertaling 1975)/ “kinderen” (Statenvertaling, NBG1951 en NLD1939).
Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die laat zich leiden naar dé waarheid. 1) Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die laat zich leiden naar het Woord van de levende God, dat de Waarheid is (Psalm 119:160/ Johannes 17:17, NBG1951). 2) Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die laat zich leiden naar Jezus Christus, die de Waarheid is (Johannes 8: 45-47/ Johannes 14:6, NBG1951). 3) Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die laat zich leiden naar de Ware en levende God (1 Thessalonicenzen 1:9, BB/ 1 Johannes 5:20, BB/ Johannes 17:3, BB).
Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die luistert naar de Stem van de Heilige Geest. De Heilige Geest spreekt in de eerste plaats via het geschreven Woord van de Levende God (2 Timotheüs 3:16/ 2 Petrus 1:21).
Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die leest de Bijbel en luistert daardoor naar wat de Heilige Geest zegt. De Bijbel zegt: “Hoor het woord van de Here der heerscharen…” (Jesaja 39:5, NBG1951).
Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die luistert niet alleen naar de Stem van de Heilige Geest maar die gehoorzaamt Zijn Stem (Mattheüs 7:21, NBG1951/ Lucas 6:47/ Mattheüs 7:24/ Johannes 14:24/ Johannes 15:1-17).
Wie zich laat leiden door de Heilige Geest, die is zichtbaar voor anderen te herkennen aan de vrucht van de Geest in zijn/haar leven (Galaten 5:22, NBG1951). Volgens The Blessing Bijbel heeft Jezus Christus eens gezegd: “Een boom kent men aan zijn vruchten.” (Mattheüs 12:33). Een christen die geleid wordt door de Heilige Geest, herkent men aan de vrucht(en) van de Geest.
16
EEN STRAATPASTOR ZOEKT HET VERLORENE
De Bijbel zegt:
“Zo is ook in de hemel meer blijdschap over één zondaar
die bij God terugkomt dan over negenennegentig anderen
die niet verdwaald waren.”
(Lucas 15:7, The Blessing Bijbel)
Een straatpastor is een herder, want pastor is het Latijns voor herder. En een echte herder/ straatpastor doet wat Jezus Christus gezegd heeft. De opdracht van een echte herder is: het zoeken naar het verlorene. Het voorbeeld van een herder/ straatpastor is de Goede Herder: Jezus Christus (Johannes 10:11A, The Blessing Bijbel). En wat zegt The Blessing Bijbel over de Goede Herder Jezus Christus? Er staat geschreven:
“De tolontvangers en andere mensen met een slechte reputatie kwamen vaak naar Jezus luisteren.” (Het zijn niet altijd de mensen met een goede reputatie die naar een straatpastor gaan en met wie een straatpastor een gesprek heeft). “Dat lokte de kritiek van de Farizeeën en de bijbelgeleerden uit.” (Er kunnen zogenaamde vrome mensen die kritiek hebben op een straatpastor vanwege bepaalde contacten.) “Zij vonden het een schande dat Hij Zich met zulk soort mensen bemoeide.” (Er kunnen zogenaamde vrome mensen die bepaalde contacten van de straatpastor afkeuren.) Hij ging zelfs met hen eten! (Een straatpastor vindt het niet erg om te eten en te drinken met mensen waar anderen niet mee willen omgaan.). “Om hun duidelijk te maken waarom Hij dat deed, zei Hij: ‘Als u nu eens honderd schapen had en één ervan raakte verdwaald, wat zou u dan doen? Het zoeken! Net zolang tot u het vond.” (Een ware herder/ straatpastor zoekt het verlorene!). “De andere negenennegentig zou u gewoon laten grazen.” (De anderen zijn al christenen en iemand anders in de kerk/ gemeente kan voor hen zorgen.) “Als u het verdwaalde schaap dan vond, zou u uw vrienden en buren bij elkaar roepen en zeggen: “Luister. Mijn schaap was verdwaald en ik heb het teruggevonden. Zijn jullie ook niet blij?” (Als het goed is, zijn andere christenen blij als een verlorene gevonden is en teruggebracht is bij de hemelse Vader en de Goede Herder Jezus Christus.). “Zo is ook in de hemel meer blijdschap over één zondaar die bij God terugkomt dan over negenennegentig anderen die niet verdwaald waren.” (Lucas 15:1-7). Het zoeken, vinden en terugbrengen bij de hemelse Vader is zó bijzonder, dat er blijdschap is in de hemel “over één zondaar die bij God terugkomt.”
Wat heeft een straatpastor een geweldige mooie bediening!
17
EEN STRAATPASTOR IS ER VOOR IEDEREEN
De Bijbel zegt:
“Gedraag u wijs tegenover de ongelovigen en gebruik elke gelegenheid om hun het goede nieuws door te geven.”
(Colossenzen 4:5, Het Boek)
In navolging van Jezus Christus is de herder straatpastor er voor iedereen. Niemand buitengesloten. Een straatpastor is er niet voor één groep. Als een straatpastor er alleen zou zijn voor bijvoorbeeld mensen die eten nodig hebben, dan is hij/zij geen echte herder/ straatpastor maar een christen die zijn/haar plicht doet volgens Mattheüs 25:35(NBG1951). De Goede Herder Jezus Christus gaf mensen te eten (Mattheüs 14:15-21 en Mattheüs 15:32-39). Maar Zijn werk bestond niet alleen uit het geven van natuurlijk eten. Hij deed als Goede Herder veel meer. Lees in de Bijbel de boeken: Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes.
En op een dag zei dé Christus tegen de vele mensen die Hem zochten om gratis eten van Hem te krijgen: “Luister goed, Ik verzeker jullie dat jullie Mij niet zoeken omdat jullie wondertekenen gezien hebben, maar omdat jullie van de broden hebben gegeten tot jullie verzadigd waren. Maar jullie moeten je niet druk maken om voedsel dat vergaat. Zoek liever het voedsel dat blijft en eeuwig leven geeft.” (Johannes 6:26-27, Venster Bijbel). En Hij sprak onder andere over het geestelijk voedsel en drinken. Hij zei: “IK BEN het brood dat leven geeft. Wie bij Mij komt, zal geen honger meer hebben en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.” (:35). En in dezelfde Bijbel lezen we dat Hij eens gezegd heeft: “Er staat geschreven: “De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit Gods mond voortkomt.” (Mattheüs 4:4). Zo het natuurlijke eten geven aan wie honger heeft is wat iedere christen behoort te doen. Ook de straatpastor.
Maar er is meer dan natuurlijk eten geven en dat is het geven van geestelijk voedsel. Hij leerde (Zie onder andere in de Venster Bijbel: Marcus 1:21, Mattheüs 7:28 en 29, Lucas 4:31 en Mattheüs 5:2). Jezus Christus gaf ook buiten onderwijs. Zo staat er geschreven: “Opnieuw begon Jezus bij het meer onderricht te geven.” (Marcus 4:1, VB). En Hij deed veel meer. Hij was er voor zondaren. De Venster Bijbel zegt: “Want de Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.” (Lucas 19:10, Marcus 2:17, Lucas 5:32). In de Venster Bijbel lezen we dat Hij er was voor zieken (Mattheüs 19:2, Mattheüs 12:15, Mattheüs 15:30, Mattheüs 4:24). Hij was er voor mensen die gebonden waren (Marcus 1:34, Mattheüs 4:24). Hij was er voor mensen die pijn hadden (Mattheüs 4:24). Hij was er voor mensen die zich zorgen maakten (Mattheüs 6:25-34). Hij was er voor mensen die moe waren en gebukt onder zware lasten door het leven gingen (Mattheüs 11:28). Hij was er voor mensen die vanwege hun nood om geld bedelden (Lucas 18:35-43, Johannes 9:1-8, Mattheüs 6:3 (Basis Bijbel, Marcus 10:46-52 (BB), Lucas 14:13, BB). En de Heer Jezus was er voor meer mensen, ja, voor iedereen. Een straatpastor is er ook voor iedereen.
In deze tijd zijn er op straat vele mensen die niet (meer) naar een kerk gaan. Op straat zijn er ook gelovigen die geestelijk dakloos zijn. Op straat zijn er mensen die nog niet het evangelie gehoord hebben. Op straat zijn er mensen die een nood hebben. En zo zijn er nog veel meer mensen. Een straatpastor is er voor iedereen, behalve als bijvoorbeeld een patat- of ijsjesverkoper voor mensen die alleen patat of een ijsje willen kopen. Een straatpastor is ook geen juwelier, al kan hij/zij de mensen wel vertellen waar je het beste schatten kunt verzamelen (Mattheüs 6:20, NBG1951). En hij/zij kan je ook vertellen wie de beste Weg is voor geloof en leven (Johannes 14:6, NBG1951). Een straatpastor is “wijs ten opzichte van de mensen die niet bij de gemeente horen.” (En grijpt) “elke kans om hun het goede nieuws te vertellen.” (Kolossenzen 4:5, BB).
18
EEN STRAATPASTOR HEEFT GODDELIJKE WIJSHEID
De Bijbel zegt:
“Wie wijs is, brengt mensen tot God.”
(Spreuken 11:30B, The Blessing Bijbel)
Een straatpastor is in dienst van de Levende God in de Naam van Jezus Christus en in de kracht en onder leiding van de Heilige Geest. Daarbij heeft hij/zij in de bediening niets aan menselijke wijsheid. Over de wijsheid van mensen zegt The Blessing Bijbel het volgende.
“Waar blijven dan de grote denkers, de godsdienstige leiders en de beroemde redenaars van deze tijd? Heeft God niet alle wijsheid van deze wereld als dwaasheid aan de kaak gesteld?” (1 Korinthiërs 1:20).
“De wijsheid van deze wereld is voor God immers dwaasheid! Zo staat het ook in de Boeken: ‘God vangt de wijzen in hun eigen sluwheid…” (1 Korinthiërs 3:19).
Een straatpastor laat zich niet leiden door menselijke wijsheid maar door Goddelijke wijsheid. Over deze wijsheid zegt The Blessing Bijbel het volgende.
“Want de Here is de bron van alle wijsheid. Uit alles wat Hij zegt, spreekt wijsheid en verstand.” (Spreuken 2:6).
“Maar de wijsheid die van God komt, is bovenal zuiver. Zij is ook vreedzaam, vriendelijk en beleefd. Zij is bereid te praten en anderen gelijk te geven. Zij leeft intens met anderen mee en doet veel goed. Zij spreekt rechtuit en is zeker en oprecht.” (Jakobus 3:17).
“Deze wijsheid is niet van deze wereld…” (1 Corinthiërs 2:6B).
“Wat wij zeggen, is Gods wijsheid…” (1 Corinthiërs 2:7A).
19
EEN STRAATPASTOR SPREEKT MET WOORDEN DIE GODS GEEST GEEFT
De Bijbel zegt:
“We spreken erover met de woorden die de Geest ons geeft.”
(1 Corinthiërs 2:13C/ Basis Bijbel)
Een straatpastor laat zich leiden door de Heilige Geest en spreekt woorden die de Heilige Geest hem/haar geeft. Dat is wat de Bijbel leert.
De Bijbel zegt: “Over die dingen spreken we dan ook. Maar niet met woorden die uit menselijke wijsheid komen. We spreken erover met de woorden die de Geest ons geeft.” (1 Corinthiërs 2:13A,B,C/ Basis Bijbel).
De woorden van de Heilige Geest die aan een straatpastor gegeven worden, zijn niet te leren op een universiteit, hogeschool, Bijbelschool, Bijbelcursus of een theologische opleiding. Onder leiding van de Heilige Geest spreekt (Handelingen 11:12, Handelingen 13:2, 9-12, Handelingen 16:6, NBG1951) een straatpastor woorden die de Heilige Geest hem/haar ingeeft. Wil een straatpastor werkelijk de mensen tot zegen zijn die op straat zijn, dat is de leiding van de Heilige Geest (Handelingen 8:29-40, NBG1951) en het spreken door de Heilige Geest noodzakelijk. Een straatpastor weet niet wat er in het hart van andere mensen leeft (1 Corinthiërs 2:11, NBG1951). En de Bijbel zegt: “…de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan.” (1 Samuël 16:9, NBG1951).
Het is immers de Heilige Geest die weet wat in de harten van de mensen leeft. (Voorbeeld: Handelingen 5:1-11, Handelingen 15:8A, Daniël 2:28, Marcus 2:8, NBG1951).
20
ANTWOORDEN OP ARGUMENTEN
De Bijbel zegt:
“Het is fijn om een goed antwoord te geven.”
(Spreuken 15:23A, Basis Bijbel)
Antwoorden uit de Bijbel op argumenten van mensen
A = argument B = wat de Bijbel zegt
A: Er is geen God
B: Psalm 53:2; 14:1
A: Ik weet niet of ik eeuwig leven heb
B: Johannes 3:16 en verder
A: Ieder mens komt in de hemel
B: Johannes 3:16-21
A: Vele wegen leiden naar God
B: Johannes 14:6
A: Er zijn meer wegen mogelijk om behouden te worden
B: Handelingen 4:12
A: Maria is de middelaar tussen de mens en God
B: 1 Timoteüs 2:5/ Hebreeën 8:6; 9:15
A: Ik ben geen zondaar maar een goed mens
B: Romeinen 3:10-12,23,24/ Lucas 18:19
A: Ik moet hard werken om een rechtvaardig mens te worden
B: Romeinen 3:24
A: Ik geloof dat er iets is
B: Handelingen 17:23-31
A: Alle goden zijn gelijk
B: Exodus 15:11; 18:11;20: 3,23
A: De mens stamt van de aap af
B: Psalm 139/ Genesis 1:26-28
A: Alleen iemand die door een kerk is heilig verklaard is een heilige
B: Efeziërs1:1; 2:19; 3:5; 4:12/ Hebreeën 13:24/ Romeinen 1:7
A: God is te ver weg om mij te helpen
B: Hebreeën 13:6/ Psalm 10:14;118:7; 54:6
A: De Bijbel is door mensen geschreven
B: Jeremia 30:2/ 2 Timoteüs 3:16/ 2 Petrus 1:21
A: Er staan fouten in de Bijbel
B: Hebreeën 6:17,18/ 1 Timoteüs 4:9/ Psalm 12:7
A: De Bijbel past niet meer in deze tijd
B: 1 Petrus 1:24/ Jesaja 40:8/ Psalm 119:89
A: Het maakt niet uit wat je gelooft
B: Johannes 3:16,18,36/ 1 Petrus 1:8/ 1 Johannes 5:10
A: Er zijn meer geloven
B: Efeziërs 4:5/ Johannes 14:6
A: Met de dood is alles afgelopen
B: Hebreeën 9:27/ Johannes 3:16; 14;2,3; 11:2-27
A: Pinksteren komt uit Amerika
B: Handelingen 2:1-4,17/ Johannes 14:16,26
A: Het is niet nodig om naar een kerk of samenkomst te gaan
B: Romeinen 10:17/ Hebreeën 2:12; 10:25/ Handelingen 2:41,42
A: Ik hoef alleen aan mezelf rekenschap af te leggen
B: Romeinen 14:10-12
A: Geloof is voor dwaze mensen
B: 1 Corinthiërs 2:14
A: Collecteren is niet nodig
B: 1 Corinthiërs 16:1,2/ 2 Corinthiërs 9:5-8
A: Ik doe wat ik wil en niet wat een ander zegt
B: Galaten 5:13-26
A: Je kunt de Bijbel uitleggen zoals je het zelf wilt
B: 1 Timoteüs 1: 3; 4:1,2/ 2 Johannes 1:8/ Galaten 1:6-10
A: Als je bidt krijg je nooit antwoord uit de hemel
B: Handelingen 13:2,4 ;27:25
A: Ik hoef niet aangesteld te worden in een gemeente om in de bediening te staan
B: Handelingen 9:1-15; 13:1-12 ; 14:21-28
A: Het is niet nodig om met een zieke te bidden voor genezing
B: Handelingen 28:8,9/ Jacobus 5:14,15
A: Het is nutteloos om mensen het evangelie te brengen
B: 2 Corinthiërs 15:58
A: Een ongelovige mag best een gelovige trouwen
B: 2 Corinthiërs 6:14-17/ Jacobus 4:4
A: Het is niet nodig dat ik een ander vergeef
B: Efeziërs 4:32/ Colossenzen 3:13/ Mattheüs 6:14,15
A: Jezus Christus komt terug voor een leger
B: Efeziërs 5:22-33
A: De Here God wil mijn zonden misschien niet vergeven
B: 1 Johannes 1:7-9/ Nehemia 9:17b /Micha 7:18,19
A: Een afgodsbeeldje voor de sier in huis hebben is onschuldig
B: 1 Johannes 5:21/ Deuteronomium 7:25,26
A: Jezus Christus had geen titel voor Zijn Naam
B: Meester/ Here: Lucas 5:5, 12; 7:40; 8:24,49; 6:46;10:40; 11:1/ Rabbi: Johannes 3:2/ Christus: 1 Corinthiërs 1:1/ Romeinen 1:1
A) Titel vóór een naam is on-Bijbels
B) Handelingen 8:30/ Colossenzen 4:14/1 Samuël 21:1/ Ezechiël 1:3/ 2 Johannes 1/ 3 Johannes:1
A) Bijbelstudie is niet nodig
B) Mattheüs 5:2; 7:29/ Filippenzen 4:9/ Hebreeën 5:11-14; 6:1-3/ Efeziërs 4:11-13
A) Genezingsbijeenkomsten zijn verkeerd
B) Mattheüs 15:30, 31; 19:2; 21:14; 14:35,36; 12:15; 9:35; 8:16,17/ Handelingen 2:42,43,46; 5:12-14
A) Er is geen hoop voor mij
B) Marcus 9:23, Marcus 10:27, Marcus 11:24
21
TREFWOORDEN
De Bijbel zegt:
“En alles wat vroeger is opgeschreven, is opgeschreven om ons iets te leren. Want door die woorden worden we aangemoedigd om vol te houden in het geloof en om hoop te blijven houden.”
(Romeinen 15:4, Basis Bijbel)
Onderwerpen uit deze tijd in het licht van de Bijbel. De Bijbel is voor alle tijden bestemd is (Jesaja 40:8).
A
Aanvaarden van elkaar: Romeinen 15:7
Afgoden: Psalm 115:1-7/ Galaten 5:19/ Openbaring 22:14,15
Afvallen van het geloof: 2 Petrus 2:21,22
Alcohol drinken: 1 Petrus 5:8/ Efeziërs 5:18/ Galaten 5:21
Alcohol misbruik: Spreuken 23: 20, 21, 29-35
Angst: Psalm 116:3-6/ Psalm 31:23
Angst voor oorlog: Mattheüs 24:6/ Jesaja 41:10
Apostel: Efeziërs 4:11/ 1 Corinthiërs 12:28-30
Armbanden: Ezechiël 16:1,11
Arts: Colossenzen 4:14/ Mattheüs 9:12
Astrologie: Deuteronomium 18:10-12/ Jesaja 47:11-15 (:13)
Avondmaal: Lucas 22:14-23/ 1 Corinthiërs 10:14-22
B
Bang: Psalm 18:7/ Jesaja 41:10
Beelden aanbidden: Exodus 20:4,5
Bevrijding: Psalm 40:18
Bezorgdheid: Mattheüs 6:25-34/ Filippenzen 4:6,7
Bekommernissen: Psalm 55:23
Benauwdheid: Psalm 20:2/ Psalm 34:7
Boosheid: Efeziërs 4:26/ Spreuken 29:11; 15:1/ Colossenzen 3:8
Bewogenheid: Mattheüs 14:14
Bidden tot Maria? Johannes 16:23-26/ 2 Corinthiërs 12:8/ Handelingen 8:24
Bidden in geloof (Marcus 11:24)
Bijbellezen: Jesaja 34:16/ Exodus 24:7
Bidden en smeken in de Geest (Efeziërs 6:18)
Bevoegdheid van God gegeven: Mattheüs 21:23-27
Bedieningen: 1 Corinthiërs 12:5
Bekering: Ezechiël 18:30/ Handelingen 3:19; 26:18
C
Christen: Handelingen 11:26/ 1 Petrus 4:16
Christus: Johannes 1:42
D
Dwangmatig: 2 Corinthiërs 3:17/ Romeinen 8:21/ Johannes 8:31,32
De Geest doorzoekt alle dingen (1 Korintiërs 2:10, NBG1951)
Discriminatie: Jacobus 2: 1,9/ 1 Petrus 1: 17/ Romeinen 14:10
Diep dal: Psalm 23:4/ Psalm 107: 14
Discussies: 2 Timoteüs 2:14,16
Depressief: Psalm 18:29/ Psalm 31:10,11,15,20-25/ Mattheüs 26:38
Dronkenschap: 1 Corinthiërs 6:10,11/ Galaten 5:19/ Efeziërs 5:18
Dode raadplegen: 1 Kronieken 10:13,14/ Deuteronomium 18:10-12
Dode ondervragen: Deuteronomium 18:10-12/ 1 Kronieken 10:13,14
Dood: Johannes 11:25/ 1 Corinthiërs 2:9,10/ Johannes 14:1-3
Dienen van God: Deuteronomium 13:4
Door vuur lopen: Deuteronomium 18:9,10
Denken: Filippenzen 4:8,9
Door de geest van een dode spreken: Leviticus 20:27
Dure kleding dragen: Ezechiël 16:1,10,13
Dwalen: Marcus 12:24
E
Echtscheiding: Mattheüs 15:19-20/ 1 Corinthiërs 7:27
Echte evangelisatie: Lucas 14:23;19:10/ Marcus 6:12,13
Eenzaamheid: Hebreeën 13:5,6/ Mattheüs 28:20
Engelen die goed zijn: Hebreeën 1:14
Engelen die slecht zijn: 2 Petrus 2:4/ Judas:6/ Galaten 1:8
Eigen wetten van vrome mensen: Mattheüs 23:4-13
Evangelist: Efeziërs 4:11
Eenheid onder gelovigen: Efeziërs 4:3/ Johannes 17:20,21
Evangelisatie tijdens ziekte: Galaten 4:13,14
F
Faalangst: Exodus 33:14/ Filippenzen 4:13/ Jesaja 41:10
Fabels: 1 Timoteüs 1:3,4
Financiële giften voor predikers: 1 Corinthiërs 9:14
G
Goede naam hebben: Spreuken 22:1
Goede naam lasteren: Jacobus 2:7
Geheim van anderen openbaren: Spreuken 25:9,10
Geloof komt van…: Romeinen 10:17
Genezing van God: Psalm 30:3/ 1 Petrus 2:24/ Exodus 15:26
Gedrag van man naar vrouw: 1 Petrus 3:7
Gehoorzaam zijn aan God: Handelingen 5:29
Geldzorgen: 1 Petrus 5:7/ Filippenzen 4:19/ Mattheüs 6:33
Gebedsverzoek: 1 Timoteüs 2:1-8
Geweld: Spreuken 13:2/ Psalm 37:35/ Mattheüs 5:38,39
Gedachten: Filippenzen 4:8/ Psalm 1:1,2
Gemeenschap tussen mens en dier: Deuteronomium 27:21
Gemeenschap tussen 1 man en 1 vrouw: Mattheüs 19:5,6
Goede vrijdag: Lucas 23:26-49
Geest van God spreekt via een mens (2 Samuël 23:1, 2, NGB1951 en HSV/ 2 Petrus 1:21/ 2 Timotheüs 3:16).)
Geestvervoering: Openbaring 1:10
Gelijke behandeling: Jacobus 2:9
Gastvrijheid: 1 Petrus 4:9/ Romeinen 12:13
Godsdienstleraar: Efeziërs 4:11
Gaven: 1 Corinthiërs 12:28-30; 14:1- 40; 12:1-11
God dé Heelmeester: Exodus 15:26
Gemeente/ kerk: Efeziërs 5:22-33/ Handelingen 4:32-37
Gemeente/kerk stelt bedieningen aan: Handelingen 11:22
H
Harten winnen: Spreuken 11:30
Hemelvaartsdag: Handelingen 1:1-11
Handen opleggen (niet te snel!): 1 Timoteüs 5:22
Handen opleggen om te ontvangen: 2 Timoteüs 1:6/ Hand. 28:8,9
Huwelijk tussen man en vrouw: Efeziërs 5:22-33
Helpen bij bidden (Romeinen 8:26)
Helpen bij spreken (Lucas 12:12, NBG1951)
Huwelijksproblemen: Filippenzen 2:3-5/ Jacobus 3:17,18
Hopeloos gevoel: Jeremia 29:11
Handen omhoog: 1 Timoteüs 2:8
Heiliging: Leviticus 20:7/ 1 Thessalonicenzen 4:3
Huiselijk geweld: Mattheüs 5:9/ Psalm 37:35/ Handelingen 23:1/ Romeinen 13:10
Huwelijksverplichting: 1 Corinthiërs 7:1-9
Horoscopen: Deuteronomium 18:10-12/ Jesaja 47:11-15(13)
Heilig door Woord en gebed: 1 Timoteüs 4:5
Halskettingen: Ezechiël 16:1,10,13
Hoogmoed: Spreuken 16:5, 18
I
Israël niet verstoten door God: Romeinen 11:1,2
Innerlijke genezing: Jeremia 30:17/ Psalm 147:3
Ingegeven Schriftwoord (2 Timotheüs 3:16, NBG1951/ 2 Petrus 1:21)
Innerlijke vrijheid: Johannes 8:36
Insnijdingen in het lichaam voor een dode: Leviticus 19:20
Incest slachtoffer: Mattheüs 19:14/ Mattheüs 11:28,29/ Filippenzen 4:6,7
Incest bedrijven: Efeziërs 4:22-24/ 2 Corinthiërs 6:9,10,13/ Jesaja 55:7
J
Jezus, dé Weg naar God: 1 Timoteüs 2:5/ Johannes 14:6
Jezus blies: Johannes 20:22
Jaloersheid: Spreuken 14:30
Ja is ja, nee is nee: Mattheüs 5:37/ Jacobus 5:12
Jezus dé Waarheid: Johannes 14:6
Jezus volgen: Lucas 9:23-26/ Johannes 8:12; 10:1-15/ Mattheüs 12:50; 7:21
Jezus gestorven voor onze zonden: 1 Corinthiërs 15:3 /Galaten 1:14/ Hebreeën 10
K
Kennis is nodig: 2 Petrus 1:5,6/ Hosea 4:6
Krachteloos gevoel?: Psalm 28:7/ Handelingen 1:8
Kritiek op anderen: Lucas 6:39-42
Kinderen het evangelie buitensluiten: Marcus 10:13-16
Kwaadheid: Colossenzen 3:8
Knapenschenders: 1 Corinthiërs 6:10,11,19
Knikkende knieën: Hebreeën 12:12
Kaal scheren van hoofd: Leviticus 21:5/ Jeremia 16:6
Kerkelijke scheuring: 1 Corinthiërs 1:10
Koninklijke wet: Jacobus 2:8
L
Liefde van God: 1 Johannes 4:8-19
Liefde voor elkaar: 1 Johannes 3:11-17
Liefde voor de vijanden: Lucas 6:35/ Romeinen 12:20
Liegen: Colossenzen 3:9
Laster: Colossenzen 3:8/ 1 Corinthiërs 5:11
Leugen: Mattheüs 15:19,20
Lichaam: 1 Corinthiërs 6:12-20
Lijden: 1 Petrus 4:12,13,16,19
Losbandig leven: Jesaja 1:16,18/ Jesaja 55:7/
1 Johannes 1:7-9
Loten: 1 Kronieken 6:61,63,65/ 1 Kronieken 24:5/ Handelingen 1:26
Leraar: Efeziërs 4:11
Luiheid: Spreuken 6:6,9
M
Mens door God gemaakt: Spreuken 22:2/ Psalm 139
Mishandelen van vader: Spreuken 19:26
Mishandelen: Deuteronomium 26:6,7
Minderwaardigheidsgevoelens: 1 Timoteüs 4:12/ Psalm 139
Moeilijkheden: Psalm 37:4,5
Moord: Mattheüs 15:19,20/ Openbaring 22:14,15
Maagd: 2 Corinthiërs 11:2/ 1 Corinthiërs 7:9
Mishandelen van vrouw: Efeziërs 5:1,15,25,28,29/ 1 Petrus 3:7
Mishandelen van kinderen: Efeziërs 6:4/ 1 Johannes 4:7
Mishandelen van man: 1 Johannes 3:11,18
Mensenvrees: Psalm 118:6
Mensen (on)geestelijken: 1 Corinthiërs 2:10-16
N
Naaktheid gekleed: Mattheüs 25:36,38,43,44
Naald: Lucas 18:25
Nachtleven: 2 Corinthiërs 6:14/ Efeziërs 5:8-13/ Johannes 3:20,21
Nieuw leven: Openbaring 21:4,5
Niet fietsen/zwemmen op zondag?: Mattheüs 23:2,4,5
Noodweer: Handelingen 27:18-20,24,25,34,44
Nederigheid: Mattheüs 18: 1-11/ 1 Petrus 5:5/ Jacobus 4:6
Neusring: Ezechiël 16:1,12
O
Oordelen van anderen: 1 Corinthiërs 4:5/ Romeinen 2:1
Opgebrand: Mattheüs 11:28
Overspannen: Jesaja 41:10/ Psalm 103:3
Onrustig gevoel: Mattheüs 11:28
Onreine woorden: Mattheüs 15:11
Overspel: Hebreeën 13:4/ 1 Corinthiërs 6:9,10/ 1 Johannes 1:7/ Spreuken 6: 32, 33
Opvoeding van kinderen: Efeziërs 6:4/ Galaten 5:22/ Colossenzen 3:21
Oorlog: Romeinen 13:10/ Lucas 6:29,35/ Mattheüs 26:52
Ongeduldig: Galaten 6:9/ Prediker 3:1
Onenigheid: Colossenzen 3:13
Onmogelijke situatie: Lucas 18:27/ Marcus 10:27
Onrecht: Handelingen 7:26,27/ Colossenzen 3:25
Olie: Jeremia 40: 10/ Exodus 27:30/ Micha 6:15
Oorringen: Ezechiël 16: 1,12
Omgang met ongelovigen: 2 Corinthiërs 6:14-18/ 2 Thess.3:6
P
Prijzen: Psalm 34:2-4/ 1 Kronieken 16:25/ Psalm 63:5
Profetie: 1 Corinthiërs 14
Profetie en liefde: 1 Corinthiërs 13:2
Prijzen in de samenkomsten: Psalm 26:12
Profeet: 2 Kronieken 20:20/ Efeziërs 4:11/ Amos 3:7
Pedofilie: 1 Johannes 1:7-9
Pasen: Lucas 23:13-24:12
Pinksteren: Handelingen 2:1-13
Profeten die niet van God zijn: Jeremia 23:21-27,32
Profeten die woorden stelen van anderen: Jeremia 23:30
Pornografie: 1 Thessalonicenzen 4:3,7/ Romeinen 6:19
Profetes: 2 Koningen 22:14
R
Roeping: Romeinen 11:29/ 1 Corinthiërs 7:20
Roes: Lucas 21:34
Red hen: Spreuken 24:11
Rechtsgeding: Spreuken 25:9,10
Recht: Jesaja 30:18/ Lucas 18:7,8
Recht zoeken bij ongelovigen: 1 Corinthiërs 6:1-11
Roddelen: Psalm 31:19
Relatie tussen wel en niet christen: 2 Corinthiërs 6:14-17
Rechtszaak: 1 Corinthiërs 6:1-11
Reïncarnatie?: Hebreeën 9:27
Rein leven van jongeren: Psalm 119:9-11
S
Schrijven in de grond: Johannes 8:6/ Jeremia 17:13
Spreken: Jacobus 3:2-12
Schulden: Romeinen 13:8
Schuldgevoelens: Romeinen 8:1,31-34
Stelen: Exodus 20:15,17/ Mattheüs 15:19,20
Sterven: Psalm 23:4/ Johannes 14:1-3/ Filippenzen 3:20,21
Seksualiteit tussen hetzelfde geslacht: Leviticus 20:13/ Romeinen 1:26,27,32/ 1 Johannes 1:7-9
Seksualiteit tussen mens en dier: Leviticus 20:15,16/ Exodus 22:19/ 1 Johannes 1:7-9
Seksualiteit tussen 1 man en 1 vrouw: Mattheüs 19:5,6/ Genesis 1:27,28; 2:24,25
Persoonlijke profetieën (1 Timotheüs 1:18, 19, BB/ NBG’51).
Pinksteren (Handelingen 2:1-13).
Schandjongens: 1 Corinthiërs 6:10,11,19
Slechte “vrienden”: 1 Corinthiërs 5:9-13/ 2 Corinthiërs 6:14
Sieraden van God gegeven: Ezechiël 16: 1, 11-14
Spreken namens God: Deuteronomium 18:18
T
Tong spreekt zuiverheid: Psalm 34:14/ Psalm 35:28
Tovenarij: Deuteronomium 18:10-12/ Galaten 5:19/ Exodus 19:26
Tatoeage: Leviticus 19:28
Twijfelen: Jacobus 1:6,7
Twist: Spreuken 18:6/ 1 Timoteüs 2:8/ Titus 3:9
U
Uitgescholden worden: 1 Petrus 2:32
Uitlenen: Psalm 112:5/ Mattheüs 5:42/ Psalm 37:21
Uitdelen: Psalm 112:9/ Handelingen 2:45
Uitdrijven van boze geesten: Marcus 16:17/ Mattheüs 8:16
Uitstorten van Gods liefde: Romeinen 5:5
V
Vergeving ontvangen: 1 Johannes 1:7-9
Vergeving geven: Mattheüs 6: 14,15/ Marcus 11:25,26
Veroordeeld voelen door anderen: Romeinen 8:1,31,33,34
Verdriet: Job 8:21/ Psalm 17:6/ Psalm 31: 10,11,15
Vrijheid: Johannes 8:36/ Galaten 5:1-12
Vrijmoedig spreken in de kracht van de Heilige Geest (Handelingen 4:29, 31, HSV/ Handelingen 14:3, 13).
Valse profeet: 1 Johannes 4: 1-4
Verlaten gevoel: Deuteronomium 31: 6,8/ Jozua 1:9
Vrees: Psalm 43:5/ Psalm 23:4/ Jesaja 41:10,13
Verzoeking Jacobus: 1:2-6, 12-15
Vuile woorden: Colossenzen 3:8
Verleden loslaten: Filippenzen 3:14
Vredestichter: Mattheüs 5:9
Voorganger: Hebreeën 13:17,24
Vluchten: Psalm 46:2/ Psalm 43:2
Verlaten door ouders: Psalm 27:10/ Psalm 9:11
Vreugdeolie: Jesaja 61:1-3
Vlees eten: 1 Corinthiërs 10:25
Vijanden van het evangelie: Romeinen 11:28
Vijanden van Christus: Filippenzen 3:18-20/ Koloss. 1:21-23
Vijanden van God: Romeinen 8:7/ Jacobus 4:4
Vallen vanwege Gods heerlijkheid: Ezechiël 1:28; 2:1-2; 43:2-3; 44:4/ Johannes 18:6/ Daniël 8:18; 10:8-10
W
Wonderen: Psalm 9:2/ Handelingen 2:22, 43; 4: 29,30
Wonderen en tekenen door de kracht van de Heilige Geest (Romeinen 15:19, NBG1951/ Handelingen 10:38/ Rom. 15:19).
Waarzeggerij: Deuteronomium 18:9-12/ Leviticus 19:26
Werkeloosheid: Mattheüs 20: 3-7/ Handelingen 1:8/ Filipp. 4:6
Waarheid: Johannes 8: 31-32
Wederkomst van Jezus: Openbaringen 22:12,20
Wereldse vrienden: Jacobus 4:4
Weerstand bieden aan de boze machten: Jacobus 4:7/ 1 Petrus 5: 8,9/ Lucas 10:19
Ware profeet: 2 Kronieken 20:20/ Efeziërs 4:11
Waarzeggende geest: Handelingen 16:16/ Leviticus 19:31; 20:6,27
Z
Zweren: Mattheüs 5:34/ Jacobus 5:12
Zwaard: Mattheüs 26:52/ 2 Korintiërs 10:4/ Efeziërs 6:11-13
Zwakheden: Mattheüs 8:17/ Romeinen 8:26
Zwakke mensen: Handelingen 20:35/ Romeinen 14:1
Ziekte: Psalm 103:3/ 1 Petrus 2:24/ Mattheüs 9:12
Zieken bezoeken: Mattheüs 25:36
Zelfmoordneiging: Mattheüs 11:28/ Jeremia 29:10-14/ Petrus 5:7
Zelfbevrediging: Romeinen 8:1,31-33/ Mattheüs 23:2,4,5
Ziekbed: Psalm 41:4
Zondagse bijeenkomst: Johannes 20:19-23/ Handelingen 20:7
Zaterdag/ zondag bijeenkomst discussie: Romeinen 14:5,6
Zalven met olie van zieken: Marcus 6:12/ Jacobus 5:14
Zalven met olie van profeten: 1 Koningen 19:16
Zalven met olie van melaatsen: Leviticus 14:18 e.v.
Zalven met olie van koningen: 2 Samuël 12:7/ 2 Koningen 23:30/ 1 Kronieken 14:8
Zalven met olijfolie: Micha 6:15
Zalven met nardusolie: Marcus 14:1-11
Zielenwinnen: Marcus 8: 36/ Handelingen 2:41; 14:1-3; 16:4,5/ Hebreeën 10:39/ Jacobus 1:21
Ziel: Marcus 12:30
Ziel (mens): Handelingen 2:41,43; 3:23; 16:5
Ziel (behouden): Jacobus 1:21-22 /Hebreeën 10:39
Zondaar: Lucas 5:32; 15:7-10/ Jacobus 4:8
Zonde: Lucas 24:47/ Handelingen 3:19; 10:43; 26:16-18/ Romeinen 3:23
Zonde (opzettelijk): Hebreeën 10:26-31 maar: 1 Johannes 1:6-10
22
ANTWOORDEN UIT DE BIJBEL
De Bijbel zegt:
“Geef mij leven door uw woord, want uw woord is goed.”
(Psalm 119:40, Basis Bijbel)
Een straatpastor kan een toepasselijke Bijbeltekst voorlezen als iemand op straat daarvoor openstaat.
Angst(en)
Jesaja 12:2: “Zie, God is mijn heil, ik zal vertrouwen en geen angst hebben, want mijn kracht en psalm is de Heere Heere, en Hij is mij tot heil geworden.” (Herziene Statenvertaling).
Jesaja 41:10: “Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn heilrijke rechterhand.” (NBG1951).
Angst om op straat te lopen
Jozua 1:9: “Ja, wees moedig en sterk! Ban angst en twijfel uit uw hart. Onthoud dat de Here, uw God, u overal zal helpen.” (HTB vertaling).
Angst voor een onbekende omgeving
Jozua 1:9b: “Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here, uw God, is met u, overal waar gij gaat.” (NBG1951).
Angst voor mensen. Psalm 27:1: “De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn.” (Basis Bijbel).
Job 5:21: “Van kwaadsprekerij zul je niets te vrezen hebben, voor geweld hoef je niet bang te zijn.” (HTB vertaling).
Bang zijn
Jesaja 41:10: “Wees niet bang, want Ik ben met u. Kijk niet angstig om u heen, want Ik ben uw God. Ik zal u kracht geven en u helpen, Ik zal u overeind houden met mijn heilrijke rechterhand.” (HTB vertaling).
Bang als het donker is
Psalm 23:4: “Zelfs als ik door een donker dal moet lopen, ben ik niet bang, want U bent dicht bij mij. Uw herdersstaf beschermt mij en begeleidt mij heel de weg.” (HTB vertaling).
Bekommernissen
1 Petrus 5:7: “Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.” (NBG1951).
Belast
Mattheüs 11:28: (Jezus zegt:) “Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.” (NBG1951).
Benauwdheid
Psalm 81:8: “In de benauwdheid riep u en Ik redde u…” (Herziene Statenvertaling).
Bevreesd voor mensen
Psalm 118:6: “De Heere is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen?” (Herziene Statenvertaling).
Psalm 27:1: “De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn.” (Basis Bijbel).
Eenzaam
Jacobus 4:8: “Ga naar God toe, dan zal Hij naar jou toe komen.” (Basis Bijbel).
Mattheüs 28:20 (Jezus zegt:): “En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.” (NBG1951).
Johannes 14:23: “Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.” (NBG1951).
God luistert
Jesaja 58:9a: “Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; als gij om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik.” (NBG1951).
Innerlijke rust
Mattheüs 11:28-29 (Jezus zegt:): “Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden.” (Basis Bijbel).
Innerlijke vrede
Psalm 29:11: “De Here zal zijn volk sterkte verlenen, de Here zal zijn volk zegenen met vrede.” (NBG1951).
Johannes 14:27 (Jezus zei:): “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.” (NBG1951).
Moe
Mattheüs 11:28 (Jezus zegt:): “Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven.”(Basis Bijbel).
Nood
Jeremia 33:3: “Roep tot Mij en Ik zal u antwoorden en u grote, ondoorgrondelijke dingen verkondigen, waarvan gij niet weet.” (NBG1951).
Jona 2:2, Jona bad: “Hij zeide: Ik riep uit mijn nood tot de HERE en Hij antwoordde mij; uit de schoot van het dodenrijk schreeuwde ik, Gij hoordet mijn stem.”
Samen bidden
Hebreeën 4:16: “Laten WIJ daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat WIJ barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.”
(NBG1951).
Mattheüs 18:19: “Dit moet u vooral weten: als twee van u het hier op aarde eens zijn over iets dat u mijn hemelse Vader vraagt, zal Hij het voor u doen.” (HTB vertaling).
Verdriet
Psalm 23:4: “Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.” (NBG1951).
Vergeving van God
1 Johannes 1:8-9: “Als we zeggen dat we nooit ongehoorzaam zijn aan God, houden we onszelf voor de gek. Dan leven we niet vanuit Gods waarheid. Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons.” (Basis Bijbel).
Psalm 103:3: “…Die al uw ongerechtigheden vergeeft…” (NBG1951).
Vergeef anderen
Marcus 11:25: “En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve.”
Verlaten
Psalm 27:10: “Zelfs als mijn vader en moeder me in de steek zouden laten, zult U nog altijd bij me zijn.” (Basis Bijbel).
Psalm 31:23, David bad: “Terwijl ik in mijn angst dacht: ik ben verbannen uit uw oog – hebt Gij voorwaar mijn luide smekingen gehoord, toen ik tot U riep om hulp.”
1 Corinthiërs 1:9: “God zal jullie nooit in de steek laten. Hij heeft jullie geroepen om één te zijn met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus.” (Basis Bijbel).
Verlost van zonde (als christen)
Romeinen 6:22: “Maar u bent nu verlost van de zonde en u staat in dienst van God. Het gevolg daarvan is dat u nu bij God hoort en eeuwig leven krijgt.” (HTB vertaling).
Veroordeeld
Romeinen 8:1: “Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.” (NBG1951).
Romeinen 8:31-34: “Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit.” (NBG1951).
Vrees
Jesaja 41:10 (God zegt:): “Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand.” (NBG1951).
Vrees voor de nacht
Psalm 91:5: “U hoeft niet te vrezen voor de angsten van de nacht, noch voor de scherpe aanvallen overdag.” (HTB vertaling).
Vrijmoedigheid om te bidden
1 Johannes 5:14 en 15: “En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar Zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.”
Zorgen maken
Filippenzen 4:6: “Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles.” (Basis Bijbel).
23
GEBEDEN
De Bijbel zegt:
“Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.”
(Marcus 11:24)
Gebed om vergeving
“O, Here Jezus, ik kom tot u zoals ik ben. Wees mij zondaar genadig en red mijn verloren ziel. Vergeef al mijn zonden en reinig mij met Uw kostbaar bloed. Ik open mijn hart voor U. O, kom in mijn hart, Here Jezus. Ik geef mijn leven aan U. Neem mij aan als Uw kind en ik neem U aan als mijn Redder en Verlosser. Vanaf dit moment wil ik U volgen. Wees daarom mijn Gids. Dank U Heer, dat U stierf voor al mijn zonden op het kruis van Golgotha. Dank U dat ik vanaf dit moment Uw kind ben en voor eeuwig gered. Dank U dat U met mij bent. Amen!”
Gebed om genezing
“Vader in de hemel, in de wonderbare Naam van Jezus kom ik tot U. Ik dank dat de Bijbel zegt in 1 Petrus 2:24, dat ik door de striemen van Uw Zoon Jezus genezen ben. Daarom vraag ik U om genezing van mijn ziekten en pijnen. O, Here, Laat Uw genezende kracht door mij heen stromen en genees mij van hoofdschedel tot voetzool. Ik dank U dat bij U alles mogelijk is en dat U mijn Heelmeester bent. Ik loof en prijs Uw Heilige Naam. Amen!”
Dankgebed
“Machtige God, in de Naam van Jezus Christus kom ik tot U. Ik dank U voor Uw grote liefde en genade. Dank U dat U Uw Zoon naar deze wereld zond, om ook voor al mijn zonden te sterven op Golgotha. Ik dank U, dat er ook een druppel Bloed voor mij bij was, dat uit Zijn wonden vloeide. Ik dank U voor vergeving van al mijn zonden en dat U daar niet meer aan denkt. Ik dank U dat ik Uw kind ben en voor eeuwig gered. O, Here wat is Uw liefde oneindig groot. Ik dank U voor alle zegeningen die ik heb ontvangen. Ik dank U. Ik aanbidt U. Ik loof en prijs Uw Heilige en nooit genoeg volprezen Naam! Amen.”
Gebed om de Heilige Geest te ontvangen
“Almachtig God en Vader, in de Naam van Jezus Christus kom ik tot U. Ik dank U dat U leeft en dat U mij wil dopen met de Heilige Geest. Ik wil niet langer wandelen in het vlees, maar in de Geest. Het is Uw Geest en kracht die ik dagelijks nodig heb om niet te zondigen. Daarom vraag ik U uit genade: Vervul mij op dit moment met de Heilige Geest. Vervul mij, tot eer en glorie van Uw Naam. Ik dank U. Ik loof en prijs Uw Heilige Naam. Ik geef U alle glorie. Halleluja! Amen.”
Gebed om uitkomst
“O, God, ik kom tot U in de machtige Naam van Jezus. Ik dank U dat U altijd groter bent dan iedere nood. Daarom breng ik mijn problemen bij U. (…noem ze…). Help mij Here, want ik zie geen uitweg meer. Ik weet niet hoe ik uit mijn problemen moet komen. Daarom breng ik al mijn lasten bij U. Ik wil niet twijfelen, maar vertrouwen dat U mij helpt. Ik geloof dat U het antwoord gaat geven. Ik geloof het en dank U ervoor. Uw Naam zijn geloofd en geprezen. Dank U voor uitkomst. Amen.”
Gebed aan het begin van de dag
“Machtige God en Vader, in de wonderbare Naam van Jezus, kom ik tot U. Dank U voor deze nieuwe dag. Dank U dat U met mij bent in alle situaties. Deze dag leg ik daarom in Uw Handen. Wilt U mij beschermen met het kostbare Bloed van Jezus. Wilt U mij doorstromen met Uw Geest, zodat ik de kracht heb om U te volgen. Dank U Heer, voor Uw bescherming, voor Uw kracht en voor Uw aanwezigheid in mijn leven. Geprezen zij Uw heilige Naam! Ik aanbid U. Ik loof U en geef U alle eer en glorie. Amen!”
Het Onze Vader vanuit de Basis Bijbel
Onze hemelse Vader, laten alle mensen diep ontzag voor U krijgen. Laat uw Koninkrijk komen. Laat op aarde worden gedaan wat Ú wil, net zoals in de hemel wordt gedaan wat U wil. Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. Vergeef ons wat we verkeerd doen, net zoals wij ook de mensen vergeven die verkeerd tegen óns doen. En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen.
(Bron: Mattheüs 6)
De priesterlijke zegen vanuit de NBG1951
De Here zegene u en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
(Bron: Numeri 6)
De priesterlijke zegen vanuit de Basis Bijbel
Ik wens jullie toe dat de Heer met jullie zal zijn en jullie zal beschermen. Dat Hij goed voor jullie zal zijn en voor jullie zal zorgen. Dat Hij over jullie zal waken en jullie vrede zal geven.
(Bron: Numeri 6)